--- 7 April 1930 --- i+8.
Zonder hoofdelijke stemming wordt vervolgens het voorstel
van B. en W, aangenomen, terwijl de noer A.P.Butselaar met al-
gemeene stemmen benoemd wondt tot veerman met ingang van het
tijdstip van overneming van de pont en wel tegen dezelfde be
zoldiging en voorwaarden als thans voor hem gelden,
6k-EIGENDOMMEN (Je afd.nr1252
Behandeling van het adres van de afd.Soest der Vereeniging
tot bevordering van de Bijenteelt in Nederland,, verzoekende het
steken van heideplaggen en het afmaaien van heide op gemeente
gronden niet meer toe te laten,
B. en W., die het advies van de commissievoor de Heide
en Zandgronden te dezer zake hebben ingewonnen, dealen mede
dat bij hun college het voornemen bestaat overeenkomstig art«2
der betrokken verordening te bepalen dat van het concert tot-
het steken van plaggen en maaien van heide slechts georulk tal
mogen worden gemaakt op de gemeentegronden, welke ter.
Westen van de Scestor bergs ene straat zijn gelegen. Zij ex-zoe
ken machtiging adressante dit als antwoord op haar adres made
te deelen,
.De Heer Busch kan zich niet met het voorstel vereenigen,
aangezien aan de Westzijde juist de meeste heide voorkomt, en
de bijenteelt zich steeds hoe langer hoe meer uitbreidtSpre
ker stelt mitsdien voor het steken van plaggen en het afmaaien,
van de heide te verbieden aan de Westzijde, doch een en ander
wel toe te staan aan de Oostzijde,
De heer Hilhorst zegt dat het voorstel van B, en W, juist
de bedoeling heeft om de kleine boeren tc steunen, terwijl ook
wel degelijk rekening gehouden is met de bijenhouders.
Wethouder Endendijk merkt op dat, zooals ook den heer
Busch bekend is, de bijen honing moeten halen van den kant,waar
de meeste zon is. Men moet dus de heide aan de Oostzijde be
waren.
D© heer Busch meent, dat waar het Rijk het steken van
plaggen verbiedt, het van veel belang is dat de heide nabij de
Paltz wordt bewaard.
Wethouder Endendijk bepleit aanneming van het voorstel van
B, en W. daar dan de belangen van beide partijen behartigd
worden.
De heer van den Breemer geeft in overweging aan het Rijk
te vragen het maaien van heide ook te verbieden, zulks in het
belang van de bijenteelt. Bij het steken van plaggen groeit de
heide weer aan, doch bij het maaien gaat z.t dood.
Het voorsrel van B, en W. wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming aangenomen,
Hierna schorst de Voorzitter de openbare vergadering,, ten
einde een officieuze bespreking te houden omtrent het voorstel
tot verbouw van het Raadhuis,
Na heropening wordt aan de orde gesteld:
05GEMEENTEVERSLAG1afdnr175
Aanbieding van het verslag van den toestand der gemeente
over 1929.
De heer Doorman wijst er op dat in het verslag wel wat
met vrijmoedigheid is gezegd dar het wegenvraagstuk voortdu
rend de aandacht van B. en W, heeft; in het afgeloopen jaar is
toch. immers weinig aan de wegen gedaan. Voorts wordt in het
verslag ook vrijmoedig gezegd dat in het bijzonder dc aandacht
werd gevestigd op de naleving van wetten en verordeningen.
Zulks is ook niet geheel juist, daar niet de hand is gehouden
aan de bepaling in de Politieverordening omtrent de reclame
borden. waarnn Spreker in do vorige Vergadering reeds gewezen