26 Hovember 1 930 1 75.
reputatie als de heer Casteleijn maar riet zoo kan laten
gaan.
Wethouder Endendijk acht de handelwijze van het Burger
lijk Armbestuur wel verdedigbaar,. Bij overlegging van een ver
klaring van een geneeskundige in een geval van een zenuwpa
tiënt moet men kunnen ingrijpen en houdt men zich aan het oor
deel van den deskundige. In het gegeven geval had een raad
plegen van den heer Casteleijn geen zin gehad. Spreker, die
niet wil tegenspreken, dat het mogelijk is, dat de onderlinge
verhoudingen in het Burgerlijk Armbestuur te wenschen over
laten, wijst er op, dat in het Burgerlijk Armbestuur zBi,ree-ds
2 Vrijzinnigen zitting hebben. Spreker, die er de aandacht op
vestigt, dat de voorgedragen personen genoemd zijn door het
Burgerlijk Armbestuur zelf, raadt aan, om de moeilijkheden
niet te vergrooten en tot stemming over de voordracht over te
gaan.
De heer Gasille kan zich met het betoog van den heer En
dendijk niet vereenigen. Het betrof hier i;r oen oud geval
en geen spoedgeval, daar eerst 4 weken later hulp is verleend.
De heer Grootewal, die het ook met den heer Endendijk niet
eens is, wijst er op, dat niet onmiddellijk na het deskundig
advies is ingegrepen en cdat het Burgerlijk Armbestuur onmiddel
lijk informatie had moeten nemen bij den heer Casteleijn,Spre
ker deelt mede, dat toen eindelijk het bedrag was bepaald, de
man bij den heer Casteleijn kwam met het verzoek om het reste-e-
rende, niet vergoede gedeelte bij te passen. De heer Caste
leijn, die van 1 Januari af, geen oproeping gehad h dheeft
zeer begrijpelijk deze bijpassing geweigerd. Spreker vestigt
er voorts nog de aandacht op, dat het Burgerlijk Armbestuur
zich nimmer aan de afspraak heeft gehouden, om eens per maand
overdag een vergadering te houden.
De heer Busch heeft steeds gewaarschuwd tegen de samen
stelling van het Burgerlijk Armbestuur, waarin de Secretaris-
Penningmeester met zijn kennis van het armwezen domineert en
dat feitelijk geen Burgerlijk Armbestuur is. Spreker voelt de
noodzakelijkheid van een onderzoek en vindt, dat het niet aan
gaat, om te denken dat de zaak in het reine is, wanneer de
vacature maar vervuld is.
Wethouder Endendijk, die meent, dat van den Berg de geval
len uit Soesterberg met den heer Casteleijn zou bespreken,ver
klaart zich bereid te onderzoeken, of door het Burgerlijk Arm
bestuur direct is gehandeld. Spreker acht zulks voor een goed
oordeel wel gewenscht.
De Voorzitter, die wel den indruk heeft, dat door het
Armbestuur onmiddellijk is gehandeld, vraagt zich af, of het
wel op' den weg van den Raad ligt, op deze zaak nog dieper in
te gaan. Wanneer men zulks wel zou doen, geeft menden sschijn-
dat men aan de ernstige bedoeling van de verklaringen van den
heer Casteleijn zou twijfelen, hetgeen bij zoo'n ernstig man
als de heer Casteleijn is, niet mag worden gedaan*
Vervolgens komt aan de orde het voorstel van den heer
Busch om de punten 14 en 15 van de agenda af te voeren. Dit
voorstel wordt verworpen met 7 tegen 5 stemmen. Voor stemden
de heeren van den Breemer, Busch, Doorman, Gasille en Groo-
t ewal
Het eervol ontslag wordt tenslotte zonder hoofdelijke
stemming verleend.