8 December 1930180. De heer G-asille wijst er op, dat de brandweerverenigingen deze aangelegenheid nog in hun midden moeten bespreken.Aange zien evenwel een inwerkingtreding der nieuwe regeling op 1 Janu ari 1951 van belang is, vraagt Spreker of er bezwaar bestaat de ze maand nog een vergadering te houden. Do Voorzitter antwoordt, dat het wellicht mogelijk zal zijn om op de begrootingsvergadering dit punt vooraf te behandelen. Wethouder Endendijk deelt mede niet in de gelegenheid te zijn geweest van het rapport kennis te nomen. Spreker, die wel vertrouwen in de commissie heeft, zal evenwel gaarne inzage van de stukken nemen. Spreker heeft er geen bezwaar tegen, dat deze aangelegenheid als punt 1 op de agenda voor de eerstvolgende vergadering wordt geplaatst. De heer Busch is van oordeel, dat voor deze eene maal wel eens vertrouwen gesteld had kunnen worden in het werk eener com missie, waarin alle fracties vertegenwoordigd zijn. De heer de Bruijn vraagt, of geen bemiddelingsvoorstel kan worden gedaan. Spreker vraagt of de groote lijnen niet reeds kunnen worden vastgesteld en aan de Vereenigingen medegedeeld. Het zal dan mogelijk zijn, dat de reorganisatie tijdig haar be slag krijgt, terwijl de nadere bepalingen later worden vastge steld De Voorzitter vraagt zich af, of het niet mogelijk zal zijn, dat de reorganisatie eerst bv. 1 februari a.s. wordt ingevoerd. Het onderhoud van het materieel ware wel in overleg met de brand weerverenigingen te regelen. Op voorstel van den heer G-rootewal wordt besloten in den loop der maand nog een vergadering te houden, waarin deze aange legenheid zal worden behandeld. Tevens wordt op voorstel van den heer Busch besloten punt 15 van de agenda af te voeren. De heer Gasille wil even terugkomen op hetgeen in de vorige raadsvergadering door hem over het kadaster is gezegd. Spreker, die met den secretaris naar het kadaster is geweest, wijst er op dat zijn opmerking enkel het geval Kruidenier betrof en niet het kadaster in het algemeen, hetgeen de secretaris dacht. Derhalve is hier een misverstand ontstaan. Spreker heelt mede, dat het genoemde jaartal 1928 de belasting betreft, doch dat gebleken is, dat het bewuste strookje reeds in 1925 was overgeboekt. Het ka daster was derhalve ten aanzien van dit geval wel bij en de door Wethouder Endendijk verstrekte inlichting instrijd met de waar heid. Spreker verklaart dat in vele andere gevallen wel achter stand bestaat, hetwelk het gevolg is van de omstandigheid, dat de landmeter met werk overkropt is. Wethouder Endendijk verklaart, dat hij de mededeelingen over de bijwerking van het kadaster slechts van overlevering had.Voor Spreker was het de hoofdzaak, dat hem uit het vertoonde eigendoms bewijs is gebleken, dat de bewuste strook reeds in 1924 door den heer van Welie was aangekocht. Het incident wordt hierna door den Voorzitter gesloten. 219CO MPTABILITEIT 4e afd.nr.172}) Vaststelling van een besluit tot het aangaan eener tijdelijke kasgeldleening, groot 360.000,= tegen (franco provisie) met dc Coop.Centrale Raiffeisenbank te Utrecht. Voorgesteld wordt bedoelde leening aan te gaan ten laste van den dienst 1930 over het tijdvak van 15 December 1930 tot 15 April 1931 onder de voorwaarden en bepalingen genoemd in het besluit. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten. 220. Comptabiliteit.,

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1930 | | pagina 396