8 December 1930192. dien verstande dat getracht zal worden een ruiling tot stand te brengen, als aangegeven door den heer van den Breemer. Het voorstel sub 3 wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. 236.HINDERWET.(1e afd. nr. 1660). Voorstel van Burgemeester en Wethouders om net intrekking van de bestaande verordening, een nieuwe verordening ingevolge ajrt.4, 1e lid, 2 der Hinderwet vast te stellen. De Voorzitter merkt op, dat het advies der Geaondheidscom- missie nog niet is ingekomen, zoodat het voorstel nog niet in behandeling kan worden genomen. Nadat de heer Gasille er op heeft gewezen, dat het voor- Stel nog in de Wetgevende Commissie moet worden behandeldwordt het voorstel van de agenda afgevoerd. 2V],UITBREIDINGSPLAN (1e afd. nr.915). Voorstel van B. en W. tot he£ doen vervaardigen van een ge heel nieuw uitbreidings plan met crediet-aanvrage Op grond van de mededeelingen in hun schrijven dd. 5 Dec. 1930, 1e afd.no.915, stellen B. en W. voor het ontwerpen van een nieuw uitbreidingsplan op te dragen aan den landschapsarchitect K.C.van Nes te Apeldoorn. Zij vragen den Raad daarvoor een cre- dict te verleenen van 5000,= en hun collego te machtigen met den hoor van Nes een overeenkomst aan te gaan, waarin de verhou dingen tusschen hem en de gemeente in verband met de opdracht afdoende worden geregeld. Een besluit tot wijziging der gemeen te-begrooting wordt in verband hiermede ter vaststelling aange boden. De heer de Bruijn verklaart met genoegaa den heer van Nes in de officieuze vergadering te hebben gehoord. Spreker, die wijst op de lijdensgeschiedenis, welke we de laatste 11 jaar met het uitbreidingsplan hebben gehad, wil weten wat de gemeente voor de gevraagde 5000,= zal krijgen, m.a.w. of enkel in het plan de groote lijn zal worden opgenomen, dan wel eveneens de details. Nadat de heer Hilhorst verklaard heeff, het door den heer de Bruijn gesprokene te kunnen onderschrijven, deelt de Voor zitter mede, dat een uitbreidingsplan zal worden gemaakt, zooals de gemeente dit wenscht. De heer Doorman wijst er op, dat in de officieuze vergade ring werd gesproken van een skelet-en van een gedetailleerd plan. Spreker vraagt of het advies over de nieuwe bouwverordening eveneens in den prijs is begrepen en informeert wat geschieden zal bij latere aanvullingen. De heer Busch vestigt er de aandacht op, dat te groote zuinigheid de wijsheid kan bedriegen. Spreker is van oordeel, dat het uitbreidingsplan aldus moet worden gemaakt,dat het aan Gedeputeerde Staten ter goedkeuring kan worden toegezonden. Spreker wijst er op, dat latere wijzigingen,na de goedkeuring aan te brengen,niet onder het thans aangevraagde crediet begre pen kunnen zijn. De heer van Klooster is eveneens van oordeel, dat het uit*- breidingsplan zoo moet worden gemaakt, als de Raad zal wenschen en zooals het aan Gedeputeerde Staten kan worden ingezonden. Spreker wijst op de wenschelijkheid om de zaak vooral goed schriftelijk vast te legggn, teneinde moeilijkheden te voorko men. De heer Grootewal vestigt er de aandacht op, dat men in den handel een offerte pleegt te doen, waarbij alles wordt geregeld. Aangezien verschillende plannen mogelijk zijn, is het wensche- lijk te weten, wat wordt aangeboden. Spreker stelt daarom voor, nader

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1930 | | pagina 420