10 Pebruari 1930 - 6.
De heer Busch, die de tegenwoordige regeling ook "bespottelijk
vindt vreest echter dat Ged,Staten geen goedkeuring zullen hechten
aan het door den heer Doorman naar voren gebrachte.
De heer van Klooster licht toe dat het door den heer Doorman
"bedoelde onmogelijk is, aangezien indertijd een soortgelijk "be
sluit tengevolge' van den verkoop der Electrische Centrale ook niet
werd goedgekeurd. De Daad wilde toen het geheele bedrag der lee
ning aflossen, hetgeen niet mocht.
De Voorzitter belooft een onderzoek te zullen instellen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het besluit vastge
steld.
5.COMPTABILITEIT(4e afd0nr.604)
Vaststelling van een besluit tot het aangaan eener kasgeldlee»
nin°*0p grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 5 Eebruari
1930, 4e afdeeling nr, 604 verzoeken B, en W, hun College machti
ging te verleenen om voor het dienstjaar 1930 tegen onderpand van
effecten gelden op te nemen bij de Nederlandsche Bank te Utrecht
tegen de voorwaarden en tot een maximum vermeld in het aangeboden
ontwerp-besluit
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het
aangeboden ontwerp-besluit vastgesteld,
6.COMPTABILITEIT. (4e afd.nr,604).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot het in beroep gaan
tegen het besluit van Ged.Staten, waarbij goedkeuring w0rd ont
houden aan het raadsbesluit inzake kasgeldleening.
B» en W. deelen mede dat Ged.Staten bij hun besluit dd. 28
Jan.1930, 3e afd.nr,243/259 goedkeuring hebben onthouden aan het
Raadsbesluit dd, 18 De'c,1929 tot opname van kasgeld voor het dienst
jaar 1930. Aangezien Be en W. van oordeel zijn dat door deze beslia.
sing het financieel belang der gemeente zal worden geschaadbestaat
er naar hunne meening voor den Daad aanleiding gebruik te maken van
het in art, 200 der Gemeentewet verleende recht om tegen de' beschik
king van Ged,Staten in beroep te gaan bij de Kroon, 3. en W, stel
len derhalve voor tot het instellen van dat beroep te besluiten,
In verband daarmede vragen zij machtiging te dien einde een beroep
schrift van den inhoud als in het overgelegde ontwerp is vervat,
in te dienen bij H.M, de Koningin,
De heer Gasille zegt dat in het ontwerp-beroepschrift een"'
kleine fout staat en wel op blz, 3 regel 6 van onder, in plaats van
"waarvan" moet worden gelezen "daarvan".
De heer Doorman wenscht op denzelfden regel inplaats van
"voor" te lezen"vóór"„
Besloten wordt deze wijzigingen aan te brengen.
De heer Doorman zet vervolgens uiteen dat hij de overweging
op bldz.4 van het vierde lid wel zwak vindt, wanneer men zich op
bet standpunt van Ged,Staten stelt.
De Voorzitter zegt dat nog niet alle bezwaren zijn aangevoerd;
voor de nadere behandeling zijn er.nog eenige in reserve gehouden.
Spreker zegt evenwel toe dat de redactie nog eens bekeken zal wor
den.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
B. en "W. aangenomen.
v .COMPTABILITEIT GASBEDA.IJP, (4e afd,nr,960),
Vaststelling van een besluit, houdende bepaling der rente voor
stortingen en opnemingen in rekening-courant bij den gemeenteont
vanger door het Gasbedrijf over het dienstjaar 1929,
O? grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 28 Januari
19 30, 4e afd.nr,960, stellen B. en W, volgens het overgelegde
ontwerp