10 Februari 1930 23.
Wethouder Endendijk gesft hierna in overweging het voorstel
van B. en W» aan te nemen, doch de "beslissing omtrent het profiel
nog aan te houden, terwiji intusschen getracht kan worden grondaf-
stand te verkrij gen van "Fides". Omtrent het profiel van den weg kan
dan de Commissie Openbare V/erken adviseeren.
Wethouder hoenders spreekt in gelijken zin.
De heer Doorman zegt' het goed te kunnen vinden dat thans om
trent het profiel van den weg geen "bepaalde uitspraak gedaan wordt.
Overigens wordt het voorstel van Bp en f, zonder hoofdelijke
stemming aangenomen en het ontwerp-"besluit tot het in schenking aan
vaarden van grond vastgesteld.
33 .BELASTINGEN.
Behandeling van "belastingreclames»
Deze zijn tijdens de schorsing der openbare vergadering in ge
heime zitting behandeld,
3 4 »BOUWPOLITIE(3e afd,nr,1250)
De Voorzitter brengt hierna in behandeling het schrijven van
den heer Busch, dd. 6 Februari j»l. verzoekende een interpellatie te
mogen houden over het beleid bij Bouw- en Woningtoezicht. Spreker
zegt dat hij naar aanleiding van dit verzoek den heer 'Busch ver
zocht heeft de vragen schriftelijk op te geven, welke hij wenscht te
stellen. Spreker brengt hierbij in herinnering dat door den heer
Busch in deze vergadering reeds medegedeeld is dat hij geen bepaalde
vragen kan stellen, doch dat hij in het algemeen over het beleid bij
Bouw- en Woningtoezicht wenscht te spreken. De baad zal thans hebben
te beslissen of die interpellatie gehouden zal worden, en zoo ja,
wanneer.
Met algemeen© stemmen wordt vervolgens besloten de interpella
tie toe te staan, terwijl zonder hoofdelijke stemming wordt beslo
ten de interpellatie in deze vergadering te doen houden.
De heer Busch zegt dat, wanneer hij over het beleid bij Bouw
en Woningtoezicht spreekt, het niet zijn bedoeling is oritiek uit te
oefenen, doch dat hij er alleen de aandacht op wenscht te vestigen
dat het bouwtoezicht niet goed functionneertHet is een publiek ge
heim dat er met twee maten gemeten wordt. Spreker weet niet direct
wie de schuldigen zijn, doch Spreker zal aan het slot van zijn be
toog wel zeggen wie de hoofdschuldige is. Spreker wijst er dan ver
der op dat in deze gemeente geen behoorlijke bouwverordening is; de
thans bestaande verordening is een onding. Wanneer er een goede bouw
verordening was, zou Spreker er beslist vóór zijn de daarin voorko
mende bepalingen te handhaven; men dient een practisohe verordening
te hebben, B, en W. hebben thans echter gemeend de nu bestaande ver
ordening te moeten uitvoeren; ze zijn kloekmoedig te veld gegaan, en
hebben zonder eenige kennisgeving bij een inwoner een klamp tegen
een half steensmuur laten metselen,. Voor dit werk was een gemeente
auto met 10 man noodig. Spreker is van oordeel dat een klamp geen
dienst doet bij een schuur, welke van zeer goede klinkers is opge
trokken, Spreker vraagt zich af wie de kosten van dit werk zal moe
ten betalen, en hij is van oordeel dat B, en W, door een dergelijke
wijze van handelen hun reputatie weggooien. Was de betrokkene, ctie
een net^mensch is, nu werkelijk in overtreding? Spreker zou wel eens
willen zien of 33. en W. zonder lastgeving dergelijke werken kunnen
uitvoeren. Ook bij den heer van der Ent Braat is zoodanig opgetreden
waar^o^ijit het eind, zegt Spreker. Spreker vindt het bespottelijk
aat ae jruiad straks gelden zal mosten toestaan voor de fouten van
en w. Spreker keurt het af dat men juist dezen man als proefko
nijn heeft gebruikt. Er zijn zoo vele andere gevallen te noemen dat
verbouwingen