2 Maart 1951}2. 41.EIGENDOMMEN 1e Afd.nr.17J4) Opnieuw "behandeling van het verzoek van G. van Rouwen daal om vermindering van don erfpachtscanon, wegens inbeslag name van grond door de omlegging van de Koninginnelaan. Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd.17 Februari j.l° nr. 17J4 stellen B. en W. voor aan Van Rouwen daal, voornoemd, een vermindering van den erfpachtscahon toe te staan van 1,57' per jaar, Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van Burgemeester en Wethouders aangenomen, 42.INTERPELLATIE.1e afd.nr1859) De Voorzitter brengt hierna in behandeling de interpel latie van den heer Busch inzake houtlevering aan de gemeente. Spreker leest het antwoord van B. en W. voor, luidende als- volgt Vragen 1 en 2 worden bevestigend beantwoord. In aanslui ting aan dit bevestigend antwoord zij er op gewezen, dat de Raad geen besluit heeft genomen, waarbij het College van Burgemeester en Wethouders gebonden is steeds aan leverantiën openbare inschrijving te doen voorafgaan. Aangezien de Commissie voor Openbare Y/erken slechts een commissie van bijstand is, en slechts tot taak heeft het College van Burgemeester en Wethouders bij te staan, kan van het nemen van besluiten door die commissiewaar aan het College gebonden zoude zijn, nimmer sprake zijn. Wel wordt erkend, dat de Raad en de Commissie van Open bare V/erken steeds in het algemeen de wenschelijkheid hebben uitgesproken in gevallen, als hier bedoeldvoor af inschrijvingen te doen plaats hebben. Het is het College van Burgemeester en Y/ethouders niet bekend, dat de gemeente 20)o schade lijdt door het feit, dat bij de opdracht tot leverantie van hout geen in schrijving heeft plaats gehad, alhoewel het van oordeel is, dat de mogelijkheid niet was uitgesloten, dat een voordeeliger aanbieding had kunnen worden verkregen o.a. door prijsopgave te vragen bij erkende houthandelaren in andere gemeenten, daar deze, buiten den leverancier in kwestie, in deze gemeente niet gevestigd zijn. Het College is niet van meening, dat hier sprake is van persoonlijke bevoordeeling en wenscht de handeling niet te betitelen als door interpeühnt wordt gedaan, doch kwalificeert haar als "onvoorzichtig" met betrekking tot hetgeen in het vorig lid is gezegd en "ontactisch" ten opzichte van den wensch van den Raad en de Commissie van Openbare Y/erken. In dit licht bezien, is het Colle ge niet de meening van interpellant toegedaan, dat er reden is te spreken van vergoeding van schade door het College, indien inderdaad eenige schade valt te consta- teeren. Ten slotte zij opgemerkt, dat het antwoord op de vraag omtrent wijziging in de samenstelling van het College, door den Raad zal moeten worden gegeven. De heer Busch, die de verdediging van B. en V/. bijzonder mager vindt, vraagt of dat alles is wat het College heeft te zeggen.Spreker vindt het bijzonder handig, dat B. en W.in deze/op den voet kan volgen, maar hij kan zich niet met het antwoord vereenigen. Spreker vraagt allereerst of B. en W. zitting antwoorden, daar hij dan de verdediging niet

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 100