23 Maart 1931 48. De Voorzitter zegt dat hem dit arrest reeds bekend was. De heer Busch vraagt waarom op deze agenda niet voorkomt het verzoek van den heer W.Tabernal om ontheffing van art.15 der Bouwverordening ten behoeve van den bouw van oen complex van 21 woningen. In de vorige vergadering is door den Voorzitter de belofte gedaan dat dit verzoek in de eerstvolgende vergade ring zou worden behandeld. Spreker stelt thans voor een prin cipe-besluit te nemen, en verzoekt daarom dit adres als punt van behandeling aan de agenda toe te voegen. Aldus wordt besloten. De heer Busch vraagt vervolgens het woord voor een per soonlijk feit. Spreker zegt dan dat in het algemeen Christe lijk Weekblad van Soest afkeurend over de door hem in de vorige vergadering gehouden interpellatie is geschreven. Spreker zou den Raad hebben beleedigd, waartegen hij moet opkomen. Spreker, die zich overigens niet stoort aan datgene wat dit blad schrijft, wenscht toch hierop nader in te gaan, daar hij den Raad niet heeft beleedigd. YIaar het hier ter wille van d e waarheid gaat, wenscht Spreker thans een pertinente uitspraak van den Raad,nl. of hij tot den Raad of tot één der leden beleedigende woorden heeft gesproken. Voorts wenscht Spreker nog te vernemen of de drie adressen, waarover de heer van Doorne sprak, de drie leve ranciers zijn van hout aan Butzelaar. Hebben deze drie leveranc- ciers hout geleverd aan Butzelaar, dan zijn de adressen dus zeer partijdig. Spreker herhaalt nog eens dat het hier om het feit gaat, of hij iemand al dan niet beleedigd heeft. De door hem gehouden interpellatie was op recht gebaseerd. De Voorzitter wijst er op dat de interpellatie afgeloopen is, zoodat niet op deze zaak teruggekomen kan worden. Spreker zegt voorts dat de heer Busch met de redactie van het blad maar moet uitmaken omtrent het daarin geschrevene. De heer Busch blijft aandringen op een uitspraak van den Raad. De heer van Doorne, die opmerkt dat de door den heer Busch in de vorige vergadering aan zijn adres gesproken woorden niet bepaald als een compliment konden worden beschouwd en minder vleiende qualificaties inhielden, zegt dat de zaak voor hem af gedaan ,is, daar die woorden zijn teruggenomen. De heer Busch zegt dat hij niets heeft teruggenomen.Spre ker, die den Raad niet heeft beleedigd, heeft alleen opge merkt, dat, wanneer de heer van Doorne verstaan mocht hebben dat hij hem betiteld had als een advocaat van vuile zaakjes, hij zulks niet gezegd heeft, maar slechts heeft gezegd dat de heer van Doorne sprak op een wijze als een advocaat van vuile zaakjes. Spreker verzoekt een commissie te benoemen bestaan de uit onpartijdige leden, welke een onderzoek omtrent deze zaak, en de adressen van den heer van Doorne, zal instellen. De Voorzitter zegt nogmaals dat deze zaak is afgedaan. Spreker kan niet toelaten dat de heer Busch de vergadering sa boteert, waardoor Spreker niet in staat gesteld wordt de agen da in behandeling te brengen. De heer Busch, die er op wijst dat van sabotage van zijn zijde

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 132