29 April 19J1 71
op sleeptouw is gehouden, wil een behoorlijke beantwoording,
daar hij anders een officieel onderzoek zal doen instellen.In
het antwoord van B- en W. worden de wegen niet behoorlijk ge
noemd, terwijl er-wegen zijn verhard, die niet in het contract
staan. Waar dus geen behoorliji antwoord gegeven is, stelt Spre
ker de volgende vragen, die hij schriftelijk indient:
Vraag 1Bij raadsbesluit van 26 Maart 1920 verkoopt do gemeente
aan G.Nollen te Scheveningen de perceelen D-972 en D«1459« Hoe
is het mogelijk, dat in afwijking van dat raadsbesluit de grond
werd getransporteerd aan anderen dan den kooper?
Vraag 2. De oorspronkelijke koopers, die hun financieele ver
plichtingen tegenover de gemeente niet volgens contract zijn
nagekomen, hebben kort na den koop hun bezit in de Maatschappij
Heidebloesem ondergebracht. Welke rechten kan de Gemeente tegen
over de Maatschappij Heidebloesem doen gelden?
Vraag 5» Voor wegenaanleg was overeengekomen te betalen
voor den hoofdweg ƒ19547,50
Voor de overige wegen 40.000,=,te betalen
elk jaar 1/10 gedeelte 40000
ƒ59547,50.
Betaald slechts 54066,97è
ƒ25200, 52l~
waarom is dit bedrag niet door de exploitant gestort en waarom
hebben B. en W.niet voor incasseering gezorgd?Ongeacht het meer
dere bedrag, ontstaan door bestrating met klinkersinplaats van
puinverharding-
Spreker herhaalt nog eens dat hij een antwoord wenscht voor
de volgende vergadering.
De Voorzitter zegt dat de vragen beantwoord zullen worden
voorzoover zulks mogelijk is.
De heer Gasille merkt nog op dat uit den door B. en W.over-
gelegden staat blijkt, dat enkele jaren niets aan den wegenaan
leg is gedaan, terwijl het contract voorschrijft dat de aanleg
op 1 Mei 1950 beëindigd moest zijn.Spreker wijst er nogmaals op
dat het college van B. en Win de uitvoering dezer zaak tekort
is geschoten.
De heer van Doorne vraagt of B. en W. al dan niet in ge
breke zijn gesteld.
De heer van Klooster zet uiteen dat alle uitgaven nog nauw
keurig zijn te vinden. Alle weekloonen zijn op de desbetreffende
staten te zien. Dat geen voortgang gemaakt is met het werk,is
het gevolg geweest van de opdracht van den heer de Koning,oud-
Wethouder, dat niet doorgewerkt mocht worden.Gedurende vier ja
ren zijn toen geen wegen aangelegd.
Wethouder Koenders is inmiddels ter vergadering gekomen.
De Voorzitter zegt andermaal dat den heer Gasille antwoord
op zijne nadere vragen zal worden gegeven.
De Heer Busch vraagt of de door den heer Gasille gevraagde
gegevens nog zijn te vinden.
De heer Gasille zegt dat hij 4 maanden op de antwoorden
heeft moeten wachten omdat er geen gegevens waren; vandaar dat
er nu geen behoorlijke antwoorden zijn verstrekt.Ook Wethouder
Koenders heeft zich tegenover Spreker uitgelaten, dat er geen
voldoende gegevens waren. Spreker is dan ook van oordeel dat de
zaak niet zoo eenvoudig is, als wel wordt voorgesteld.
De heer van Klooster verklaart, dat hij indertijd de zaak
zoo zuiver mogelijk heeft behandeld. Spreker zegt dat hij den
'heer Gasille kan overtuigen, wanneer deze bij hem wil komen.
Spreker wil dan ook alle hulp verleenen bij het verstrekken der
cijfers.
De heer Busch