29 April 1951 78.
De Voorzitter zegt dat het niet mogelijk is om, in ver
hand met de bebouwing, de weg op een breedte van meer dan 10
Meter te brengen. Spreker zegt dat de heer Grootewal dus al
leen de opmerking kan maken, dat hij niet met het argument
van den heer van Nes accoord gaat.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
Burgemeester en Wethouders aangenomen en het desbetreffend be
sluit vastgesteld.
.GRONDBEDRIJF.(4e afd.nr1J69)
Voorstel van B. en W. met ontwerp-besluiten houdende in
trekking der bestaande en vaststelling eener nieuwe verorde
ning op het beheer van het Grondbedrijf.
Voorgesteld wordt te besluiten:
1e.te bepalen dat de in de administratie van het grondbedrijf
voorkomende schuld aan de gemeente Soest terzake van de
meerwaarde van de niet tot het patriarchaal bezit der ge
meente behoorende eigendommen, dat is het verschil tusschen
de boekwaarde dier eigendommen en de op die eigendommen
rustende schuld, ingaande 1 Januari 1926 niet meer als
2 schuld van het bedrijf aan de gemeente zal worden beschouwd
*te bepalen dat ingaande 1 Januari 1926 de sub 1e bedoelde
meerwaarde van de niet tot het patriarchaal bezit der ge
meente behoorende eigendommen bij het grondbedrijf zal wor
den geadministreerd als een ongerealiseerde reserve, dewelk
bij verkoop van eigendommen voor het bij dien verkoop te
gelde gemaakte gedeelte in een reëele reserve overgaat.
Je.de verordening, regelende het beheer van het grondbedrijf
met bovengenoemde bepalingen in overeenstemming te brengen.
In verband met het hierbovenstaande wordt een nieuwe
verordening ter vaststelling aangeboden.
De heer de Bruijn zegt dat het hem aangenaam aandoet,
dat men thans de koe bij de horens heeft gepakt. Het is Spre
ker opgevallen, dat aan deze verordening terugwerkende kracht
tot 1 Januari 1926 wordt verleend. Spreker vraagt of terug
werkende kracht tot dien datum wel mogelijk is; hij betwij
felt het of een dergelijke bepaling goedgekeurd zal worden.
De Voorzitter, die opmerkt dat de bedrijfsrekening 1926
nog niet opgemaakt is, zegt dat het te probeeren is. Spreker
ontkent niet dat het een strijd zal wörden om die bepaling
goedgekeurd te krijgen, doch het college wil dien strijd aan
binden; het voelt voldoenden ondergrond.
De heer Doorman zet vervolgens ook nog de totstandkoming
dezer nieuwe verordening uiteen. Spreker heeft met den heer
Gasille in Januari j.1. een voorstel tot wijziging vande
Grondbedrijfsverordening ingediend. Het indienen van dit voor
stel werd gevolgd door een voorstel van den Burgemeesterwaar
door Spreker zijn voorstel heeft ingetrokken, daar in het voor
stel van den Burgemeester alles staat wat door den heer Gasil
le en Spreker werd voorgesteld. Spreker heeft zijn voorstel
ingetrokken, omdat hij het .een groot voordeel achtte dat het
voorstel uitging van B. en W.,en niet van een der Raadsleden,
daar de verordening nu ingeval van een beroepskwestie door
het geheele college kan worden verdedigd. Spreker wil gaarne
alle hulde aan den Voorzitter brengen, dat nu alle geldelijke
bezwaren zijn weggenomen. Spreker hoopt dat het college een
groot succes met deze verordening zal hebben, zoonoodig ook
in hoogste instantie. Indertijd is eveneens aan de eerste ver
ordening terugwerkende kracht verleend, zoodat Spreker het
daarom