- 24 Juni 1931 138.
dende eigenaren. Spreker herhaalt dus nog eens, dat Amersfoort
of de provincie het onderhoud van den dijk en de beschoeiing
op zich moet nemen.
De Voorzitter zou dan aan Ged.Staten willen schrijven, dat
de meergenoemde bijdragen worden verleend, mits de kosten van on
derhoud der dijken (kaden) en beschoeiing, voorzoover deze gele
gen zijn binnen de gemeente Soest, nimmer ten laste der gemeente
Soest, noch ten laste van een onder die gemeente gevestigd water
schap, noch ten laste van de eigenaren van aanliggende gronden
binnen deze gemeente zullen komen.
De heer Busch constateert dat de gemeente dus in dit geval
moreel verplicht is de voorgestelde bijdragen te verleenen.Spre
ker blijft bij zijne meening, dat Soest weinig belang bij deze
zaak heeft, en zegt voorts dat thans de indruk wordt gevestigd,
dat de Raad een pro-forma besluit heeft te nemen.
De heer Gasille zegt dat dus het 2/39 gedeelte van Soest door
Amersfoort is betaald geworden.
De heer Doorman zegt, dat, alhoewel dit gedeelte door Amers
foort is betaald, de gemeente Soest naar zijn oordeel volkomen
/of 2/39 vrij is om 1/39/lgedeelte of niets te betalen. Spreker is echter
persoonlijk voor betaling van 2/39 gedeelte.
De heer Hilhorst merkt op dat over het verleenen van een
bijdrage in de kosten van de bevaarbaarmaking der Eem in geheime
vergadering gesproken is, doch dat de voorstellen in openbare ver
gadering zijn afgestemd en een afwachtende houding zou worden aan
genomen. Het was de bedoeling om de zaak dan later opnieuw in be
spreking te brengen. Spreker meent dat men dan nu onder oogen moet
zien of Soest belang bij deze zaak heeft, en dan is Spreker van
oordeel, dat Soest niet grooter belang bij de Eem heeft den Baarn.
Spreker kan dan ook niet met het voorstel van B. en W. meegaan.
De Voorzitter brengt hierna het voorstel van B. en W^aange-
vuld door den heer van Klooster, in stemming. Het wordt aangenomen
met 8 tegen 3 stemmen. Tegen stemden Mevr. Landweer- de Visser,
en de heeren Hilhorst en Gasille, terwijl de heer Busch zich van
stemming onthield
127BESMETTELIJKE ZIEKTEN - VERORDENINGEN 1e afd.nr1956
Vaststelling van een besluit tot wijziging der verordening
op de heffing van besmettelijke ziektengelden vastgesteld 26 No
vember 1930, zulks in verband met een sdhrijven van Ged.Staten.
De heer Doorman vraagt of het dWoeling is dat in de veror
dening niet gesproken wordt over de kosten van vervoer. Naar
Sprekers oordeel zouden de woorden onverminderd die van eventu
eel vervoer" wel kunnen vervallen.
De Voorzitter merkt op, dat de redactie vastgesteld is over
eenkomstig het verlangen van Gedeputeerde Staten, zoodat het niet
wenschelijk is daarin wijzigingen aan te brengen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het aangeboden ont-
werp-besluit vastgesteld.
i 128GASVOORZIENING(1e afd.no. 2025).
Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot gasprijsverla-
ging en wijziging der verordening, regelende de voorwaarden voor
levering vangjs over den gewonen meter en over den muntgasmeter
door het gemeentelijk gasbedrijf.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 5 Juni
1931, 1e afd.nr.2025 en met verwijzing naar het advies der gas-
commissie en het rapport van den Technisch-Ambtenaar bij het Gas
bedrijf, stellen B. en V/, voor:
I.voor gasverbruik de navolgende tarieven vast te stellen:
a_ voor een verbruik tot en met 100 M3 per maand 10 cent per M3
_b voor een verbruik van meer dan 100 M3 per maand een tarief-
recht