29 Juli 1931 168, nemen. Wanneer er buitengewone plannen zijn, kan alzijd nog advies bij den heer Kraaijenbrink worden ingewonnen.* Spreker wil dus den heer Kraaijenbrink niet benoemen op een salaris van 1200»= zoolang de dienst zoo blijft* De heer Gasille raerkt op dat in Zeist geen adviseur veor de beplantingen benoemd is. Spreker vindt het voorstel van Burgemeester en wethouders dan ook onbegrijpelijk; daar maar enkele plantsoentjes in de gemeente zijn* Men moet hier een behoorlijken tuinman hebben* In Baarn* waar grootere en meer dere plantsoenen zijn, heeft men ook niet een dergelijk persoon Daar gebeurt alles door de Yereemging tot verfraaiing van Baarn, terwijl de bloemist van Herwaarden alle adviezen koste loos voor zijne rekening neemt. In Zeist heeft men ook geen adviseur; daar is een tuinman» genaamd C»Smitskampaangesteld op een traktement van 600,= per jaar* zoosls Spreker uit een begrooting dier gemeente van een paar jaar geleden is gebleken. Bovendien is Zeist ten aanzien van de beplantingen niet te ver gelijken met Soest. Spreker zegt dat de door hem bedoelde ver» eeniging te Baarn wel eenige subsidie krijgt* doch daarvoor moet ze ook leveringen doen. Sprekerdie het bedrag ad ƒ1200,= voor adviezen veel te hoog vindt, kan zich niet met het voor stel van B, en W. vereenigen. De heer Busch wijst er op dat deze zaak indertijd ook is behandeld door de commissie Openbare Werken, De toestand van vroeger was ongezond. Immers, de heer Kraaijenbrink gaf ad viezen en deed leveringen; de prijzen van zijne adviezen waren verdisconteerd in de prijzen der leveranties. Spreker vestigde indertijd daarop de aandacht, als gevolg waarvan het verstrekkn van adviezen en het doen van leveranties gescheiden werd. Spre ker heeft indertijd aan Wethouder Endendijk, die toen eens waarnemend Voorzitter der Commissie Openbare Werken was, ge vraagd om een overzicht der werkzaamheden, en hoe groot de be zoldiging moeit zijn» Alhoewel Spreker wel bezwaren heeft ge maakt tegen het plan aan de Soesterbergschestraatkan Spre ker de werkzaamheden wel goedkeuren. Spreker is dan ook van meening dat het wel aanbeveling verdient dat de gemeente een deskundige heeft. Wanneer de gemeente werkelijk een tuinbaas zou hebben, dan zou men genoeg deskundige leiding hebben. Doch men heeft hier, behalve den heer Kraaijenbrink, niemand. Spreker, die er van overtuigd is, dat de heer Kraaijenbrink wel veel werk doet voor de voorgestelde belooning, geeft in overweging dit punt nu van de agenda af te voeren en in de volgende vergadering te behandelen als de heer Endendijk aan wezig is, die deze zaak heeft voorbereid en de noodige inlich tingen kan geven. Spreker wijst er vervolgens nog op dat de verfraaiing te Baarn beter geoutilleerd is dan te Soest, maar in Baarn zijn nog twee vaste menschen, die een bezoldiging genmeten van 35,= en 27,50 per week. Spreker geeft in overweging nog eens in omliggende gemeenten een onderzoek in te stellen hoe daar een en ander geregeld is. De Voorzitter zegt dat B„ en W. reeds informaties inge wonnen hebben. Zeist heeft medégedeeld dat in die gemeente geen regeling bestaat met een adviseur. In dienst dier gemeen te is een opzichter der plantsoenen, die in den regel ter zake van beplanting, plantsoenaanleg enz. de noodige adviezen verstrekt. Voorts wordt in die gemeente ook gebruik gemaakt van de adviezen van het Staatsboschbeheer» Volgens mededeeling van

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 372