5 October 1931 211
voor het blok woningen onder één kap a 4 Meter naar voren
was gebracht, hij zich afvroeg hoe men een dergelijken toestand
in het leven kon roepen. De gemeente had nu juist ter plaatse
tot wegverbreeding kunnen overgaan door de afscheiding 3 a 4
Meter achteruit te doen brengen. De gemeente behoeft toch niet
het advies van den landschapsarchitect op te volgen. Men heeft
thans door de genomen beslissing een soort fuik gekregen en
wel voor nu en voor de toekomst. Thans is het een chaos om te
zien. Spreker stelt dan ook voor te bepalen dat de geheele weg
op een breedte van 14 Meter gebracht wordt en dat de door hem
bedoelde erfafscheidingen teruggebracht worden. Spreker hoopt
ernstig dat zijn voorstel, hetwelk gesteund wordt door de hee-
ren Bleeker en Grootewal, bij den Raad ingang zal vinden, en dat
dit punt van de agenda wordt afgevoerd en teruggezonden wordt
naar B. en W. om nader advies. Spreker wijst vervolgens nog op
het rapport van den accountant betreffende gedane stortingen in
het Wegenfonds door S.van Leeuwen. Ook toen werd reeds op een
breedte van 10 Meter gerekend, waaruit blijkt dat men ook al
niet met den toestand op de hoogte was. Spreker vestigt er nog
nadrukkelijk de aandacht op, dat het hier een vraagstuk be
treft van zeer groot belang voor nu en voor de toekomst.
De heer Grootewal die er zich mede kan vereenigen dat de
weg slechts voorloopig op een breedte blijft van 10 Meter,
wijst er op, dat de weg nu al is bedorven. Spreker zegt voorts
dat de twee eerste perceelen ter linkerzijde van den weg op dit
oogenblik nog niet te verkrijgen zijn, zoodat het niet mogelijk
Is om den weg nu reeds op volle breedte te brengen, doch het is
te gek om den toestand zoo te later. Men moet dan ook zorgen de
zaak in t reine te brengen, door trachten een wegbreedtc
te verkrijgen van 14 Meter.
De heer Gasille vindt het antwoord op vraag 1 niet conse
quent, n.l.dat, wanneer de landschapsarchitect voorstelt om den
weg op een zekere breedte te brengen, er dan een aanleiding be
staat om te onderhandelen. Het voorstel van dien architect kan
dus ook gewijzigd worden.
De Voorzitter zegt dat de mogelijkheid niet uitgesloten is,
dat de uitmonding van den Verlengde Postweg op den Rijksweg
wordt gewijzigd. Laatstbedoelde weg is een buitengewoon drukke
verkeersweg, en het is gewenscht dat niet te veel wegen op dien
weg uitkomen. Om het snelle verkeer te voorkomen, acht Spreker
een breedte van 10 Meter met 4 Meter verharding daar ter plaatse
voldoende. Spreker vindt dus een smalle uitmonding op den hoofd
weg uit verkeersoogpunt beter dan een breede uitmonding.
De heer Grootewal dringt erop aan alle pogingen in het
werk te stellen om grondafstand te verkrijgen.
De heer Gasille meent dat deze zaak eigenaardig door den
Voorzitter wordt voorgesteld. Immers, deze zegt dat een smalle
verkeersweg beter is dan een breederen verkeersweg, zulks met
het oog op het verkeer. Spreker meent, dat hoe ruimer de rij-
straat is hoe veiliger zulks is voor het verkeer. Raar Spre
kers oordeel had men bij het afgeven der bouwvergunning in de
hand om afstand van grond voor verbreeding te verkrijgen.Voorts
wijst Spreker nog op de P.C.Kuyperstraatzijnde een smalle
straat, welke ook op den hoofdweg uitkomt. Steeds komen daar
verkeersongelukken voor. Spreker, die dan ook in deze geenszins
de meening van den Voorzitter kan deelen, is van oordeel dat
hoe