- 272. legenheid nogmaals door B. en W. bekeken. Het College meende een loon van 1Ö,= te moeten handhaven voor alle bij Open bare Werken geplaatsten. De Commissie heeft nog nader in haar geheel goedkeuring aan deze regeling gehecht, en de heer Bleeker was toen afwezig. B« en W. willen dus het bedrag van 18,= aanhouden, omdat, wanneer men voor de bij Openbare Werken geplaatsten vasthoudt aan een loon van 24,44, het verschil veel te groot is, daar de anderen immers bij de werk verschaffing slechts 15,= ontvangen. Bovendien wijst Spre ker er nog op, dat met de uitvoering der werken wel gewacht had kunnen worden. Spreker zegt dat deze redenen er toe hebben geleid de loonen aldus voor te stellen, en hij wijst er nog maals op, dat een verschil in loon tussohen 15,= en 24,44 naar het oordeel van B. en W. wel wat groot is. De heer Bleeker zegt dat de Wethouder er langs heen re deneert. De heer Hornsveld komt ter vergadering. De heer Bleeker wijst er andermaal op, dat bij de bespre king met den Burgemeester, Wethouder,Secretaris en den heer Meurs alles onder oogen is gezien en men tot een zekere over eenstemming was gekomen ten aanzien van uitbetaling van stan- daardloon voor productieve werken. Spreker heeft toen in dit opzicht een toezegging ontvangen; hij wijst er voorts op, dat da Minister zich niet uit over werken, welke als productieven arbeid worden verricht. De minister maakt alleen bezwaar tegen de loonen der werkverschaffing, en de Minister tast de stan- daardloonen niet aan. Spreker zegt vervolgens dat de heer van den Tempel de volgende vraag tot den Minister heeft gericht» "Is de Regeering bereid ter bevordering van werkverruiming en werkverschaffing een algemeene regeling te treffen ten aanzien van bijdragen van Rijkswege in de kosten van door gemeenten tot het verschaffen van werkgelegenheid te ondernemen werken?" De Minister antwoordde hierop: "Deze vraag bestaat uit drie gedeelten. In de eerste plaats de werkverruiming, dan de werk verschaffing en tenslotte de algemeene regeling. Wat verstaat men nu onder werkverruiming? Daar verstaat men vrij algemeen onder de uitvoering van normale werken, die toch uitgevoerd moeten worden, doch die met het oog op de werkloosheid soms vervroegd worden aangevat. En nu worden bij deze werken in het algemeen de gewone werkmethoden en arbeidsvoorwaarden toege past. De Regeering heeft op het standpunt gestaan, en zij staa daar nog op, dat de haar ter beschikking staande gelden voor werkverschaffing niet mogen worden gebezigd, om dergelijke ob jecten te subsidieeren. Zij neemt dit standpunt in, omdat het tot stand komen van dergelijke gemeentewerken, hoe nuttig wel licht ook, niet een taak is, welke in de eerste plaats tot die van den Staat behoort, t'e gemeente heeft in ons Staatsbe stel een eigen taak; tot deze taak behoort ook het uitvoeren- van werken, welke men nu wel werkverruiming pleegt te noemen. Zou de Regeering op dit terrein komen, dan kwam z^ij niet al leen op een terrein, dat niet het hare is, doch zij ging een weg op, waarvan het begin wel, doch het einde niet is te over zien. Welke maatstaven zouden moeten worden aangelegd, om de grenzen af te bakenen tusschen werken, welke als gewoon en- dus niet als werkverruiming en werken, die nu maar wel tot

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1931 | | pagina 580