69.
omtrent de behandeling van zaken betreffende het verbouwen
der gymnastieklokalen. Deze aangelegenheid is in het schrij
ven van Burgemeester en Wethouders in een enkelen regel be
handeld om van de zaak te kunnen afstappen. Zulks acht Spre
ker niet juist. In beide gymnastieklokalen ontbreekt een be
hoorlijke kleedkamer. Immers bij een dier lokalen is een
hokje in gebruik als kleedkamer, waarin straatsteenen liggen,
terwijl bij het andere gymnastieklokaal geen kleedkamer is.
Burgemeester en Wethouders zeggen dat de verbouwingskosten
van de beide lokalen worden geraamd op 4000,= en de in
richtingskosten op 3000,=. T_en aanzien van het bedrag van
30001= merkt Spreker op, dat geen der vereenigingen ver
langt dat tot aanschaffing door de gemeente van gymnastiek-
toestellen wordt overgegaan, zoodat dit bedrag van 3000,=
kan komen te vervallen. Beide vereenigingen zijn in het bezit
van toestellen en zijn meerdere toestellen benoodigd, dan
zullen ook deze vereenigingen wel voor aanschaffing daarvan
zorgdragen. De zaken worden dus in het schrijven van B. en W.
verkeerd voorgesteld. Bedoelde vereenigingen zijn tevreden
met den verbouw der lokalen, waardoor kleedkamers en een be
hoorlijke vloer kunnen worden aangebracht, waarvan de kosten
hoogstens 4000,= zullen bedragen, hetgeen neerkomt op een
bedrag van slechts 400,= per jaar. Spreker stelt mitsdien
voor te besluiten tot verbetering der lokalen zonder aan
schaffing van toestellen.
De Voorzitter gaat de geschiedenis dezer laatste zaak
na. Het college van Gedeputeerde Staten heeft een opmaking
gemaakt ten aanzien van het ingebruikgeven van het gymnas
tieklokaal aan twee vereenigingen. Vandaar hebben B. en W.
geïnformeerd naar de kosten, welke verbonden zullen zijn aan
den verbouw en de inrichting der lokalen. De lokalen zouden
dan met de toestellen aan de vereenigingen verhuurd kunnen
worden. Het is thans de vraag, of deze kapitaalsuitgave
dringend noodzakelijk is. Spreker, die toegeeft dat de kleed
gelegenheid niet in orde is, vraagt of het nu niet mogelijk
is dat nog korten tijd op den ouden voet wordt doorgegaan,
teneinde eerst de financieele toestand der gemeente te kun
nen overzien. B. en W. geven dus toe, dat de toestand niet-
in orde is, doch het is nu de vraag of de tegenwoordige lo
kalen in dusdanigen toestand verkeeren, dat niet met het
aanbrengen der verbeteringen gewacht kan worden.
De heer Endendijk vindt de wijze, waarop deze zaak door
den Voorzitter is behandeld, zeer sympathiek. In dit verband
vraagt Spreker of het niet mogelijk is de allernoodzakelijk
ste verbeteringen aan te brengen, waarmede kleine uitgaven
gemoeid zullen zijn. Zoo zou b.v. de vloer verbeterd kunnen
worden.
De heer Grootewal vindt het voorstel van den Voorzitter
ook wel sympathiek, doch B. en W. hadden deze zaak dan ook
zoo moeten behandelen. Thans zeggen ze in hun schrijven,dat
de totale kosten worden begroot op 7000,=, en dat deze
uitgave naar hun oordeel niet verantwoord is. B. en W.
hadden die 3000,= buiten beschouwing moeten laten. Aange
zien de vereeniging hare toestellen gratis in gebruik geeft
aan de scholen, mag de gemeente, naar Sprekers meening,ook
wel een tegemoetkomende houding aannemen. Spreker vindt het
noodzakelijk