72 ontheffing van het bepaalde in art.9 der Bouwverordening,daar de voorgenomen bouw van een enkel woonhuis op het perceel Sectie H.no.5715 aan de Emmalaan, in strijd moet worden ge acht met een goede ontwikkeling van de omgeving ter plaatse (nr.2466) 2.aan P.W.Duin Jr. te Soest, ontheffing van art.15 der Bouw verordening te verleenen ten behoeve van den bouw van meer dan twee woningen onder één kap op het terrein kad. bekend in Sectie D.no.1465 onder de voorwaarden vermeld in het schrijven van Burgemeester en Wethouders dd. 25 Mei j.l.no.2474. Met betrekking tot het voorstel van B. en W. inzake de aanvrage van G. van Esch, vraagt de heer Endendijk of reeds overleg met den betrokkene heeft plaats gehad, en zoo ja, met welk resultaat. De Voorzitter zegt dat hem hieromtrent nog niets bekend is. Wordt evenwel deze zaak tot oplossing gebracht volgens het idee van den Technisch-Ambtenaar van Bouw- en Woningtoe zicht, dan heeft adressant geen ontheffing noodig, en kan hem door B. en W. bouwvergunning worden verleend. Het voorstel van.B. en W. wordt hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Naar aanleiding van de aanvrage om ontheffing, ingediend door P.W.Duin Jr.,merkt de heer Bleeker op, dat intusschen een ander plan is ingediend, volgens welk plan inplaats van 2 blokken van 4 en 1 blok van 6, 5 blokken van 4 woningen zul len worden gebouwd. De heer Buseh vraagt waarom men nu alleen voor den Braam- weg als eisch gaat stellen, dat het terrein een diepte moet hebben van 50 a 40 Meter. Waarom heeft men dezen eisch niet gesteld voor andere straten, vraagt Spreker. Wanneer adres sant grond wil afstaan voor verbreeding van den weg, moet hem naar Sprekers oordeel, ontheffing verleend worden van de achtererfafscheiding. Thans zou men volgens het voorstel van B. en W. adressant noodzaken tot grondafstand aan den weg en tot aankoop van een achterterrein. Ook is indertijd bij den bouw van woningen aan de Anna Paulownalaan blijkbaar onthef fing verleend van de achtererfafscheiding, omdat achter die perceelen bijna geen grond aanwezig is. De heer Endendijk wijst er op dat de gemeente destijds bedoelde terreinen aan de Anna Paulownalaan in bezit had.Ook daar ter plaatse was de afstand tot de achtererfafscheiding te gering, doch de gemeente heeft daar in haar eigen belang gehandeld- om de terreinen te kunnen verkoopen. Spreker zegt dat men echter als regel de bepalingen der Bouwverordening mo et han dhaven De heer Busch vraagt wat adressant moet doen,voor het geval hij het achterliggende terrein niet kan aankoopen. De heer Bleeker zegt dat deze zaak in de Commissie Ope«- bare Werken besproken is, en dat toen besloten is te infor- meeren of het achterliggende terrein te koop waö. Wanneer de prijs te hoog was, zou worden voorgesteld ontheffing te ver leenen van de achtererfafscheiding. De heer Busch vraagt of Duin met den prijs van den grond bekend is. De heer van Klooster meent dat de prijs geen bezwaar kan

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 144