104.
De heer Grootewal stelt vervolgens een bedrag van
2 cent per kiezer voor, welk voorstel eveneens wordt verwor
pen en wel met 8 tegen 6 stemmen. Vóór het voorstel stemden
Mej. Funke en de heeren Grootewal, Busch, Gasille, Nooder en
Lodeesen.
Het voorstel van B. en W.,n.l.5 cent per kiezer, wordt
hierna zonder hoofdelijke stemming aangenomen.
7e lid, letter b.
De heer Gasille stelt voor het hierbedoelde abonnement
voor de wekelijksche opgaven van vestiging en vertrek te be
palen op 5,= inplaats van op 15,=» Gelet op den omvang
dezer opgaven, acht Spreker een bedrag van 5,= ruimschoots
voldoende
De heer Grootewal acht eveneens 5,= voldoende. Men
moet het doel dezer opgaven niet uit het oog verliezen,daar
ze voor de middenstanders van groot belang zijn.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten het
bedrag van 15,= terug te brengen tot op 5,=.
16e lid.
De heer Busch stelt voor te bepalen dat voor een kampeer-
vergunning 0,50 betaald moet worden. Spreker acht een be
drag van f 1,= te hoog.
Het voorstel van den heer Busch wordt hierna zonder
hoofdelijke stemming aangenomen, na toelichting van den Voor
zitter dat^een dergelijke vergunning geldt voor alle bewo
ners van één tent.
25e lid.
De heer Gasille stelt voor de hier bedoelde opgaven van
den Burgerlijken Stand te bepalen op hoogstens 2,50 temeer
waar de opgaven van vestiging en vertrek verlaagd zijn tot
5,
Het voorstel van den heer Gasille wordt zonder hoofde
lijke stemming aangenomen.
De verordening op de heffing en die op de invordering
van leges worden hierna zonder hoofdelijke stemming aange
nomen.
De heer van Klooster maakt vervolgens de opmerking dat de
kosten voor de administratie aanmerkelijk zullen stijgen.Men
zal dus niet schriel moeten zijn met het toestaan van gelden
ten behoeve der administratie.
De heer Gasille zegt dat de Secretaris geen redenen tot
klagen heeft, daar men nimmer schriel was met het toestaan
van gelden voor de administratie.
92.BELASTINGEN (5e afd. no. 1666).
Vaststelling van verordeningen op de heffing en invorde
ring van schoolgelden.
Op grond van het medegedeelde in hun schrijven dd. 16
Juni 1952, no.1666, achten B. en W. het noodzakelijk, dat
bovenbedoelde verordeningen, welke tot 1 April 1955 goedge
keurd zijn, opnieuw worden vastgesteld.
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wor
den aangeboden ontwerp-verordeningen vastgesteld.
95-COMPTABILITEIT (4e afd.nr.25^6)
Vaststelling van de lijst van oninbare posten, behoorende
tot de gemeenterekening 1951*