167. heeft aangetoond van aanschaffing eener nieuwe rekenmethode, terwijl gebleken is dat de bestaande methode als een zeer goede is aan te merken. De heer Endendijk wijst erop dat van de beslissing van den Raad in hooger beroep kan worden gegaan. De beslissing van den Raad is dus niet de laatste stap, welke gedaan wordt. De heer Nooder verzoekt aanteekening dat hij geacht wil word en tegen het voorstel van B. en W. te stemmen. De heer Grootewal zegt met het voorstel van B. en accoord te gaan daar het schoolbestuur niet heeft aangetoond dat het drin gend noodzakelijk is een nieuwe rekenmethode aan te schaffen. Het ontwerp-besluit wordt hierna zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. Ten aanzien van het besluit sub b vraagt de heer Gasille aan den betrokken Wethouder om zoo zuinig mogelijk te zijn. De Voorzitter zegt dat steeds bij dergelijke aanvragen met het schoolbestuur overleg wordt gepleegd. Ook bij het onderhavige ver zoek zijn reeds andere eischen vervallen. De zuinigheid wordt steeds betracht. Het ontwerp-besluit sub b wordt vervolgens zonder hoofdelijke stemming vastgesteld. 154.BADINRICHTING. le afd. no. 2235) Mededeeling van Burgemeester en Wethouders omtrent den stand van zaken met betrekking tot de onderhandelingen inzake gebruik van de badinrichting van het Rijk in de legerplaats bij Zeist door in woners van Soesterberg, met voorstel niet tot huur der inrichting te besluiten. Bij brieven dd. 18 en 24 October 1932, no,2235 doen Burgemees ter en Wethouders uitvoerige mededeelingen omtrent deze aangelegen heid. Zij ontraden den Raad over te gaan tot huur der inrichting op de wijze, als bedoeld in het schrijven van den Eerstaanwezend Inge nieur van het 2e Genie-Commandement te Amersfoort dd. 4 Juli 193 2, no. 1400, aangezien de kosten, ongeacht de huursom en de verdere uitgaven, verbonden aan de exploitatie der inrichting, reeds vrij hoog zijn en in de tegenwoordige tijdsomstandigheden niet toelaat baar zijn te achten. Voorts meenenBenW.ërjnog de aandacht op te moe ten vestigen, dat bedoelde badgelegenheid op nogal grooten afstand van het bebouwde gedeelte van Soesterberg is gelegen, welke afstand naar hunne meening van grooten invloed zal zijn op het gebruik der inrichting. Bovendien zal aan zulk een inrichting, althans geduren de een groot gedeelte van het jaar, minder behoefte bestaan wanneer het natuurzwembad aan de Banningstraat tot stand komt, Bij hun schrijven van 24 Oct. j.1. deelen B. en W. nog mede dat zij een na der schrijven van genoemden Eerstaanwezend Ingenieur hebben ontvan gen, inhoudende de mededeeling dat de betrokken Garnizoenscomman dant heeft bericht dat meergenoemde inrichting van ongeveer half Juni tot ongeveer half September geheel voor de aldaar legdrende troepen beschikbaar moet blijven en derhalve gedurende dit tijdvak niet aan de gemeente kan worden verhuurd. De inhoud van laatstge noemd schrijven is voor B, en W, een reden temeer om den Raad voor te stellen niet te besluiten tot het huren der inrichting. De heer Gasille vraagt hieromtrent het gevoelen van de Soester- bergsche raadsleden. De heer Nooder merkt op dat de militaire autoriteiten bij deze gelegenheid het eenige goede, waarin zij zich kunnen laten kennen niet in toepassing brengen. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van B. en aangenomeh. 155.-

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 334