50 November 1952 192. school in de Nijverheidsschool ondergebracht worden. Spreker wil in verband met een en ander een nieuwe school ten behoeve der vereeniging toezeggen, omdat deze daaraan behoefte heeft en zij het oog gericht heeft op de toekomst. Wanneer in de toe komst een confessioneele groep met een soortgelijke aanvrage komt, zal ook die ingewilligd worden, zoodat men thans geen onderscheid moet maken. De heer Busch zegt het met den heer Endendijk te betreu ren dat de onderhandelingen met het schoolbestuur wat stroef zijn geweest. Spreker betreurt het ook dat met het oog op den toestand der gemeente-financiën in dezen tijd een school ge bouwd moet worden. Spreker is het evenwel met denheer de Nies eens dat de gelden toegestaan moeten worden en wel op grond van de Y/et Indertijd werd door B. en W. zelf een conferentie gewenscht geachtjvoor de uitbreiding der school met 1 of 2 lo kalen, en in 1950 heeft het college van B. en W. zelf voorge steld een nieuwe Engendaalschool te doen bouwen. Spreker,die steeds voor versobering was, was hier toen zonder meer tegen. Spreker zou het wel gewenscht vinden, dat nog eens nadere besprekingen met het schoolbestuur werden gevoerd, zoodat d$n misschien nog wel wat te bereiken is. Spreker weet o.a. ook dat het bestuur niet de pertinente eisch heeft gesteld om een nieu we school te bouwen.. Waar men hier voor een groote uitgaaf komt te staan, moet men nu toch zoo maar niet met het voorstel van B. en V/. meegaan. Spreker, die van oordeel is dat B. en W. geen moeite genoeg hebben gedaan om met het schoolbestuur tot over eenstemming te komen, verzoekt aan B. en V/. dit voorstel terug te nemen, teneinde met het schoolbestuur nog eens nadere be sprekingen te houden. De heer de Bruijn zegt dat het hem van nabij bekend is dat de besprekingen stroef zijn geweest. Spreker zou mitsdien de besprekingen willen heropenen om elkander beter te verstaan. De voorgestelde bouw heeft ook niet de algeheele instemming van het schoolbestuur. V/ellicht kan door een nieuwe bespreking een besparing van gelden worden verkregen. Naar Sprekers meening is een prettige oplossing dezer aangelegenheid zeer wel mogelijk. Waar het nu voor de gemeente slecht uitkomt om een bedrag van 70.000,= te voteeren, meent Spreker te weten, dat het school bestuur niet onwillig is om den toestand nog een jaar zoo te doen blijven. Spreker acht het bijbouwen voorloopig niet noodig. terwijl ook het aanbouwen van een noodlokaal weggegooid geM zou zijn. Spreker herhaalt nog eens dat met gemoedelijke be sprekingen wel een en ander te bereiken zal zijn. Mejuffrouw Funke stemt in met het gezegde van den heer de Bruijn. Uitstel van 1 jaar acht Spreekster ook gewenscht om dan te kunnen zien of een stijging van het aantal leerlingen plaats heeft. Het vorig jaar werd het aantal leerlingen minder, doch in 1952 is het aantal weer wat gestegen. Misschien zullen zich ook na een jaar de financieele omstandigheden der gemeente weer wijzigen, zoodat het dan minder bezwaarlijk is de benoodigde gelden toe te staan. De heer Gasille zegt een staatje van het hoofd der school te hebben gezien, aangevende het aantal leerlingen over/de af- geloopen jaren. Eerst is de vereeniging met een lagere school begonnen

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 384