194. De Voorzitter ach+ het niet noodig om deze zaak aan te houden. Alles is onder oogen gezien en bij alle besprekingen met het schoolbestuur is gewesen op de ernstige toestanden, zoodat het geen zin heeft om dit voorstel terug te nemen. Het blijft altijd een bezwaar wanneer twee scholen onder één dak gevestigd zijn. Als gevolg van de besprekingen vragen B.en W nu een crediet voor schoolbouw. Geen andere oplossing is moge lijk naar het oordeel van B. en W. De heer Endendijk zal vóór het voorstel van B. en W.stem men omdat het schoolbestuur volgens de Wet recht heeft op een nieuwe school. Aanvaardt; men het voorstel van B. en W. niet dan zal het schoolbestuur weer in hcoger beroep gaan, en ver liest de gemeente het met glans, Spreker vraagt of niet iets te bereiken is van tijdelijken aard, zooals door den heer de Bruijn naar voren is gebraoht, en wel door het houden eener na dere bespreking. De Voorzitter zegt dat B» en W. niet bekend is dat het schoolbestuur de zaak nog voor een jaar wil uitstellen, zooals thans in den Raad naar voren wordt gebracht De heer Bus oh geeft B. en V/. in ernstige overweging dit voorstel terug te nemen en te trachten zoo spoedig mogelijk tot een vergelijk te komen met het schoolbestuur in den geest als door den heer de Bruijn wordt bedoeld. De heer de Bruijn deelt mede niet alles te kunnen zeggen, doch Spreker is ervan verzekerd, dat met tact en overleg veel gunstiger resultaten zullen worden bereikt. De heer Gasille kan zich ook met een dergelijke handel wijze vereenigen. De voorzitter zegt naar aanleiding van de gehouden bespre kingen dat B. en W. geen bezwaar hebben om het voorstel voor- loopig terug te nemen, teneinde eerst nog eens te kunnen onder handelen met het schoolbestuur zooals in deze vergadering door de verschillende leden naar voren is gebracht. Aldus wordt beslóten. **72-ONDERWIJS (1e afd .nr2654 Behandeling van het voorstel van Burgemeester en Wethou ders tot vaststelling eener verordening, als bedoeld bij art. 58 lid 4 der lager Onderwijswet 1920. In hun schrijven dd. 51 October 1952 nr. 2654 deelen B. en W. mede dat zij zich niet kunnen vereenigen met de be zwaren van den Bond van lederlandsche Onderwijzers tegen be doelde ontwerp-verordening. Mitsdien stellen zij voor over te gaan tot vaststelling van het bij voordracht dd. 19 Augustus j.1. aangeboden ontwerp besluit, waarmede de Inspecteur van het lager Onderwijs zich ook kan vereenigen. Mejtffrouw Punke zegt dat ze het zou betreuren indien het voorstel van Burgemeester en Wethouders werd aangenomen. Spreekster, die opmerkt dat de bepaling van het Ambtenaren reglement volgens welke aan de huwende ambtenares ontslag zal worden verleend in de Raadsvergadering van 25 Augustus 1951 van geen enkele zijde bestrijding ontmoette, zegt, dat zij zeer zeker tegen die bepaling geprotesteerd zou hebben, wanneer ze toen lid van den Raad geweest was. Vooral in deze buitengewone tijden kan menig echtgenoot niet in het onderhoud van zijn gezin voorzien en is de vrouw soms wel degelijk ge roepen om in het onderhoud van het gezin te voorzien. Als deze verordening

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 388