50 November 1952 204.
soenen in strijd met de bedoeling van het raadsbesluit buiten
den verkoop is gebleven.
De Voorzitter merkt op dat deze wegen niet voorkomen op de
bij het raadsbesluit behoorende kaart. Men moet hier niet uit
het oog verliezen dat aan het Raadsbesluit inhaerent is een
kaart. Voorts moet Spreker opmerken dat hij geconstateerd
heeft dat ip het nieuwe ontwerp-raadsbesluit het woord
"ongeveer" met potlood is doorgehaald. Spreker, die deze
potlooddoorhaling inmiddels heeft verwijderd, verzoekt den
leden er voor te zorgen dat geen wijzigingen meer plaats heb
ben in de officieele raadsstukken.
De heer van Klooster voelt zich beleedigd door het woord
"knoeierij", dat de heer Gasille heeft gebezigd. Spreker, die
zich dit woord door het gezegde van den heer Gasille persoon
lijk aantrekt, zegt dat hij nooit aanleiding heeft gegeven tot
knoeierij. Spreker verzoekt den heer Gasille aan te toonen, dat
hij ook maar de minste aanleiding heeft gegeven tot knoeien.
De heer Gasille zegt dat er nimmer iets tusschen den heer
van Klooster en hem is voorgevallen gedurende den tijd dat hij
den heer van Klooster als raadslid kent. Doch deze oude zaak
is een groote knoeierij. Spreker zegt dat hij geen namen heeft
genoemd.
De heer van Klooster zegt dat, wanneer geen naam wordt ge
noemd, een ieder toch wel weet wie bedoeld wordt met den toen-
maligen Directeur van Publieke Werken. Spreker, die nu over de
ze zaak ook een en ander wenscht te zeggen, deelt mede dat al
tijd maar beweerd wordt dat de prijs vgn den grond zoo goedkoop
was. De grondprijzen werden vroeger geschat door de schattings
commissie uit den Raad, hetgeen de heer van den Breemer die
ook lid dier commissie was, kan bevestigen. Spreker heeft nooit
aan iets medegewerkt wat niet door den beugel kon.De prijs werd
eerst op 10 cent per M2 geschat, doch de aanvragers wenschten
voor dien prijs den grond niet te aanvaarden. Later werd toen
de prijs op 7 cent per M2 gesteld. Spreker had toen den grond
ook niet willen hebben wanneer hij het geld er voor had liggen,
en ook op dit oogenblik zou Spreker nog geen grond willen over
nemen voor den kostprijs. De prijs was werkelijk niet te laag.
De heer van den Breemer kan dit ook wel verklaren. Spreker,die
altijd over deze zaak heeft gezwegen, wenscht thans mede te
deelen hoe de groote fout in deze geschiedenis is ontstaan.De
fout is, dat de toenmalige raadsbesluiten niet behoorlijk werdei
uitgevoerd, terwijl de beslissingen ook niet behoorlijk werden
verwerkt in de Raadsbesluiten en in de notulen. De raadsbeslui
ten werden eerst na de raadsvergadering geformuleerd.Spreker
kan verklaren dat de desbetreffende raadscommissie het recht
door den Raad toegekend was om de gronden aan te wijzen en
daarbij uit te maken wat al dan niet onder den verkoop begre
pen was. Men had later een nieuw raadsbesluit moeten formuleeren
in overeenstemming met de aanwijzingen. Alle schuld wordt nu
wel op Spreker geschoven, doch zulks is totaal onjuist.Dat een
en ander niet behoorlijk uitgevoerd is, is uitsluitend de
schuld van den toenmaligen Burgemeester en de toenmaligen se
cretaris
De heer Gasille feliciteert hierna den Voorzitter met de
oplossing dezer aangelegenheid, welke is geschied op verzoek
van Gedeputeerde Staten.
Het