21 December 1932 220. Y/ethoudar van Duren merkt naar aanleiding van het door den heer Nooder gesprokene op, dat hij zeer noode is gekomen met een voorstel tot salarisverlaging. De toestand is werkelijk slecht en men moet eens zien naar de burgerij, die lijdt. Het gemeen- tepersoneel dient dan ook een klein offer te brengen. De korting is reeds zoo laag mogelijk gehouden, terwijl in andere gemeenten soms hooger korting wordt toegepast. Spreker gaat volkomen ac- coord met het gezegde van de heeren de Bruijn en Gasille. In het komende Jaar zal men ten zeerste rekening moeten houden met de uitgaven. Spreker wijst erop dat men over de ontvangsten wei nig kan zeggen, doch hij hoopt dat deze overeenkomstig de raming zullen zijn. Spreker herhaalt nog eens dat het gebiedend noodza kelijk is om in het komende jaar zooveel mogelijk te bezuinigen. De Voorzitter dankt de heeren, die waardeerende woorden heb— ben uitgesproken omtrent deze begrooting. Het heeft buitengewoon veel moeite gekost om de begrooting sluitend te krijgen. Wethou der van Duren heeft reeds gewezen op de tijdsomstandigheden, en het college rekent op de hulp van den Raad om zooveel mogelijk de zuinigheid te betrachten. Spreker kan de toestand niet optimis tisch inzien en omtrent de toekomst heeft men geen zekerheid, zoodat het gemeentebestuur waakzaam moet blijven. Spreker zegt voorts, dat de korting der subsidies met 20$ noodzakelijk was voor het sluitend maken der begrooting. Y/anneer men nu uitzon deringen gaat maken ten behoeve van "vereenigingen van lichame lijke Opvoeding, Cultureele Y/aarde enz. kan men beter geen kor ting toepassen, waardoor men evenwel een bedrag van 1200,= aan inkomsten zou derven. Ten opzichte van de korting op sala rissen, deelt Spreker mede, dat B. en W. na de behandeling der begrooting in de beide afdeelingen eenstemmig het voorstel doen om voor de jaren 1933 en 1934 een weddekorting toe te passen, zooals die voor het Rijkspersoneel voor 1932 geldt. Eenzelfde korting wordt ook op de wedden van den Burgemeester, den Secre taris en den Ontvanger toegepast, zoodat dan alle ambtenaren van laag tot hoog op gelijke wijze worden getroffen. Bij een verhoogd verhaal van de bijdragen voor weduwen- en weezenpensioen worden de salarissen boven 3000,= minder getroffen in verge lijking tot de lagere salarissen. Spreker betreurt het ook dat verschillende belangrijke werken, als de stichting van een bad-r huis, achterwege moeten blijven, doch deze stichting is niet als dringend noodzakelijk te beschouwen. Spreker zegt voorts dat de heer Nooder wel heeft beweerd, dat de Regeering heeft te zorgen voor de moeilijkheden ten opzichte van de tekorten bij de Woningbouwvereenigingen, doch deze zaak is zoo maar niet op te lossen. Ten opzichte van de uitkeeringen van het Rijk uit de gemeentefondsbelasting, zegt Spreker dat de Minister inder tijd wel heeft gezegd, dat de gemeenten gedurende 5 jaren op eenzelfde uitkeering kunnen rekenen, doch diezelfde Minister heeft later die toezegging weer teniet gedaan. Het is derhalve zeer moeilijk te weten, wat men in de toekomst van de gemeente— fondsbelasting heeft te verwachten. De ontvangsten uit de be lastingen zullen denkelijk ook niet meevallen, zoodat men hier in het optimisme niet kan handhaven. Spreker zegt voorts dat de Raad op twee leden na het College van B. en W. heeft gesteund bij de voorstellen inzake de werkverschaffing en steunverlee- ning, waardoor de gemeente in het bezit is gekomen van een Rijkssubsidie ten bedrage van 40$. Zulks stemt tot dankbaarheid. Waar

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 440