7 April 1932 22.
Soesterberg kan worden verleend. Spreker geeft Burgemeester
en Wethouders in overweging 5 zich te dezer zake nog eens
tot den Minister van Defensie te wenden.
Be Voorzitter zegt toe, dat een verzoek, als door den
heer Nooder bedoeld, tot den Minister gericht zal worden.
h.Overzicht over de maand Februari 1932. van het Gasbedrijf.
(No. 240).
Wordt voor kennisgeving aangenomen.
i.Mededeeling van den Burgemeester betreffende schoonmaak
der school ih de Kerkebuurt(No. 2050).
De heer Busch zegt dat het hem getroffen heeft,dat
Burgemeester en Wethouders de mededeeling hebben ontvangen,
dat de schoolschoonmaakster vrijwillig afstand heeft gedaan
van een gedeelte van haar salaris Spreker, die naar een
en ander een onderzoek heeft ingesteld,is van oordeel,dat
zij dezen afstand niet vrijwillig heeft gedaan. Naar Spre
kers oordeel moet een rechtstreeksche regeling tusschen
het gemeentebestuur en de schoolschoonmaakster getroffen
worden, dus niet via het Hoofd der School. Burgemeester en
Wethouders dienen zelf met de schoolschoonmaakster hot sa
laris te regelen, daar naar Sprekers oordeel een regeling
dienaangaande niet afhankelijk gesteld mag worden van een
eventueele meerdere of mindere sympathie van het hoofd der
school.
De Voorzitter wijst erop, dat bij de behandeling der
begrooting erop aangedrongen werd het salaris van de
schoolschoonmaakster te verminderen, zulks in verband met
de omstandigheid, dat hare werkzaamheden verminderd zijn
tengevolge van den aanleg van gasverwarming, waardoor geen
kachels meer behoeven te worden aangemaakt. Spreker heeft
toen toegezegd naar een en ander een onderzoek te zullen
instellen, hetgeen heeft plaats gehad, als gevolg waarvan
het Hoofd der School gezegd heeft, dat de schoonmaakster
zelf reeds genoegen nam met een vermindering der vergoeding
van 100,=.
De heer Endendijk wil in verband met het gezegde door
den heer Busch even opmerken, dat het hoofd der School
steeds zeer sympathiek over de schoonmaakster gesproken
heeft
De heer Busch merkt den heer Endendijk op, dat hij
niet beweerd heeft, dat het Hoofd der School geen sympathie
voor de schoolschoonmaakster heeft, doch het komt hem in 't
algemeen niet wenschelijk voor dat een dergelijke regeling
afhankelijk gesteld zou kunnen worden van een "eventueele"
meerdere of mindere sympathie van het hoofd der school.
De heer Sleeker vindt het voorstel om de vergoeding
met 25$ te verlagen idioot. Spreker zegt, dat het hem be
kend is, dat de schoolschoonmaakster niet vrijwillig een
gedeelte van haar salaris heeft laten vallen. Voorts is
Spreker gebleken, dat de schoonmaakster toch ongeveer het
zelfde aantal uten aanwezig moet zijn, daar zij de kachels
moet aansteken en de lokalen behoorlijk op temperatuur
moet brengen. Het Schoolhoofd zorgt zelf niet voor het aan
maken der kachels. Wanneer men nu 25van haar salaris af
trekt, heeft ze eigenlijk een verlaging van 50$ op haar ge-
heele loon, daar toch maar een |- jaar gestookt wordt in de
school