7 April 1932 28.
ten voor wegenaanleg, en de gemeente betaalt die weer aan den
aannemer
De heer Gasille blijft van oordeel, dat deze zaak open
lijk behandeld moest zijn.
De heer Busch is een gelijke meening toegedaan. Aange
zien omtrent deze zaak vele verdenkingen zijn geweest, had
Spreker ook gaarne gezien, dat Burgemeester en Wethouders be
treffende de onderhandelingen met de N.V. eens mededeelingen
hadden gedaan aan den Raad. Spreker moet B. en W. er dan ook
een verwijt van maken, dat de Raad niet ingelicht is omtrent
den stand van zaken. Doordat de Raad niet voldoende werd inge
licht, moest er steeds vanuit den Raad over gesproken worden.
Spreker hoopt dat eindelijk eens een oplossing omtrent deze
zaak zal komen, zoodat er dan een streep onder kan worden
gezet
Wethouder van Duron meent dat de Burgemeester over deze
zaak waarschijnlijk uit bescheidenheid niet veel gesproken
heeft, omdat door hem die aangelegenheid in goede banen is
gebracht. De tijd zal ook komen, dat de geheele zaak van de
baan is.
De heer Busch zegt verheugd te zijn door deze mededeeling
zoowel in het belang der gemeente, als in dat der B.V»
De begrootingswijziging wordt hierna zonder hoofdelijke
stemming vastgesteld.
Be heer Gasille merkt voorts met betrekking tot de be
grootingswi jziging nr. 22/23 op, dat hem het uitgetrokken
bedrag ad 337,54 voor bemesting der landerijen aan den
Lange Brinkweg erg hoog voorkomt. De helft der pacht gaat
thans aan geld voor bemesting weg.
De heer van den Breemer acht het uitgetrokken bedrag niet
te hoog, omdat de bemesting al eerder had moeten plaats hebben.
Het besluit wordt hierna zonder hoofdelijke stemming
vastgesteld, evenals de overige aangeboden ontwerp-besluiten
tot begrootingswijziging.
27.COMPTABILITEIT (4e afd.nr.2398,825,2402)
Vaststelling van besluiten, te nemen naar aanleiding van
opmerkingen van de Gedeputeerde Staten over de gemeente—reke
ningen 1926 en 1927.
Volgens de overgelegde besluiten wordt voorgesteld;
a_ wijziging van de instructies voor den Keuringsveearts en
voor den hulpkeurmeester inzake jaarwedde en vervanging
(Br. 2398).
b_ verrekening van presentiegelden van vergaderingen van het
College van Burgemeester en Wethouders over het eerste kwar
taal 1926, opgenomen in een ontwerp-besluit tot wijziging
der gemeentebegrooting 1931, 4e afd.nr.21/183.(Br.825)
toekenning eener gratificatie aan C.P.W.Rietveldtijdelijk
teekenaar bij Openbare ^erken bij het verlaten van den ge
meentedienst op 1 Mei 1926 ten bedrage van 80,= (no.825).
d.intrekking van het raadsbesluit van 21 Dec.1910,no. 7/5, en
vaststelling van een regeling van de inning van leges ter
Secretarie.(Nr»2402)
e_vaststelling eener regeling als bedoeld in art.122 der Ge
meentewet ten aanzien van de invordering van te heffen
rechten ingevolge de woonwagen- en woonschepenwet (Hr.2402).
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wer
den de aangeboden ontwerp-besluiten vastgesteld.