46. klank zal worden gehoord. Waar het hier om de beoefening der sport gaat, waarmede een ieder moet sympathiseeren,vraagt Spreker den Burgemeester diens oordeel te wijzigen.Spreker is van meening, dat de Burgemeester, die een democratisch stand punt inneemt, persoonlijk niet tegen het houden van een derge lijk feest is. De Voorzitter zegt dat hij in principe niet tegen een kermis is, zocdat hij in gewone omstandigheden daarvoor wel toestemming wil verleenen* Daarom kon Spreker eerst ook wei sympathiek tegenover deze zaak staan. Spreker is het er echter niet mee eens, dat het houden van een kermis een uiterst mid del is om aan gelden te komen voor de oprichting van een sport park. In Soest is op een andere wijze door het particulier iniatief een sportpark tot stand gekomen,n.1door de Vereont ging "Van Lenneps Sportpark"Spreker zegt dat hij in dezen tijd bij het houden van een dergelijk feest het hoongelach van den duivel zou hooren. Hoe kan men er nu aan denken om in deze tijden kermis te houden. Anders heeft Spreker er niets op tegen maar nu is een dergelijkefeestvreugde uit den booze. Er wordt zoo verschrikkelijk veel geleden in dezen tijd; de werkloos heid neemt steeds toe, en overal hoort men smartkreten en zuchten, terwijl niemand weet waar men eigenlijk aan toe is. Het kermisvermaak is een feest van een roes, en is thans een bespotting. Spreker heeft een buitengewoon sympathiek schrij ven ontvangen van den Bond van ïechnisch Personeel bij de luchtvaartafdeeling te Soesterberg, waarin o.m. te kennen wordt gegeven, dat een feestpark en een crisis-comitéjdingen zijn, welke met elkander in strijd komen. Spreker, die voorts nog een artikel voorleest uit de "Maasbode" over het houden van feesten in deze tijdsomstandigheden, zegt dat hij nu nimmer toestemming zal geven voor het houden van een dergelijk feest. Men dient den ernst der tijden onder oogen te zien. De heer Busch meent dat men bij dat kleine vermaak niet het hoongelach van den duivel zal hooren; doch geldt dit hoon gelach niet voor het militairisme, vraagt Spreker, waaraan jaarlijks millioenen worden besteed. Spreker betreurt het dat er nu geen voldoende middelen door den Staat worden besöhik- baar gesteld voor de werkloozen. De Voorzitter zegt dat het hier nu niet om gaat.Spreker vindt het doel van het comité in gewone omstandigheden wel sympatMe^^doch het gaat thans over de kwestie hoe men er nu over kan/om"feest te vieren, wetende in welke omstandigheden men thans verkeert. Spreker zou nimmer 500,= voor het crisis comité willen aanvaarden, welke gelden door het houden van een dergelijk feest bijeen gezameld waren. De heer van Klooster verlaat de vergadering. Mejuffrouw Funke zegt dat eigenlijk een beroep wordt gedaan op de genotzucht der menschen. Spreekster, die meent dèt zulks in deze tijden niet mag gebeuren,is van oordeel,dat de beneodigde gelden wel op andere wijze bijeen zijn te krijgen. De heer Grootewal is van meening, dat niet gespeculeerd wordt op de genotzucht der menschen. Er wordt nu eenmaal veel geld uitgegeven voor de genotzucht van denmensch, en hier wordt slechts een onschuldig ve maak geboden. Spreker wijst

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 92