7 April 1932 47. er voorts op, dat ook hot crisis-comit^/feestavonden houdt om aan geld te komen. 1.8 een dergelijk feest nu zooveel anders als het onschuldig vermaak van een lunapark, vraagt Spreker. Men mag toch ook niet zeggen, dat men bij die feestavonden speculeert op de genotzucht der menschen. Spreker, die dus van oordeel is, dat er niet veel verschil is tusscher)/een lunapark te Soesterberg en de feestavonden van het crisiscomité meent, dat men er in andere plaatsen anders over denkt. Als men die feestavonden niet^zou houden, zou er ook veel minder geld voor het crisis-comité ont vangen worden, daar de meeste mensshen zonder meer geen greote bedragen beschikbaar stellen. Bovendien zijn er volgens spreker toch altijd wel menschen, die nog veel geld over hebben voor pret, en die anders geenerlei bijdrage ten bate van het crisis- comitéfovillen afstaan. De Voorzitter kan niet begrijpen hoe de heer Grootewal een kermis kan vergelijken met den feestavond welke vorige week te Soesterberg gehouden werd. Spreker zegt dat zijn beweegrede nen om geen toestemming te verleenen tot het feest, nu voldoende bekend zijn. De heer Endendijk meent dat men bij een dergelijken feest avond geniet in opheffenden zin. Zulks is niet te vergelijken met de minder gunstige hartstochten bij een kermis. De heer Busch, die het op zichzelf wel treurig vindt, dat de gelden voor het crisis—comité moeten binnenkomen door het houden van feesten, wijst er op, dat als men dergelijke feesten niet houdt, er geen geld binnenkomt. De heer Bleeker is het met den heer Endendijk eens, dat wel degelijk onderscheid is te maken tusschen een kermis en een feestavond van cultureele waarde. Het treft Spreker voorts,dat men wel geld over heeft voor pret en niet voor de crisisSpreker zegt verder dat het principe n.1. steun van particuliere zijde, z.i. onjuist is, en dat het standpunt van de S.D.A.P.ten opzichte van de Overheidszorg, toch altijd nog maar het beste is. De Voorzitter zegt dat het weldenkend deel der natie het voorstel van den heer Giootewal niet sympathiek kan vinden.Spre ker hoopt dat de mentaliteit van de geheele wereld zoodanig ge wijzigd wordt, dat men niet komt tot een revolutie. Spreker geeft den heer Grootewal in overweging zijn voorstel in te trekken. De heer Grootewal zegt dat er geen voorstel is. De Raad dient zich uit te spreken of de Burgemeester zijn standpunt dient te wijzigen. Over de houding van den Burgemeester, die tot tweemaal toe toestemming tot het houden van het feest heeft ver leend, zal Spreker maar niets meer zeggen. De Voorzitter zegt uit de besprekingen af te leiden dat de overgroote meerderheid sympathiek staat tegenover zijne weigering, waarop eenige leden te kennen geven dat zulks niet juist is. De heer Grootewal wijst nogmaals op de handelwijze van den Burgemeester. Eerst geeft deze toestemming, en daarna laat hij zijn standpunt beoordeelen door een enkeling. De Voorzitter zegt tenslotte dat hij zich niet heeft laten bepraten, doch dat hij rekening houdt met de tijdsomstandigheden. Hierna wordt de discussie over het adres door den Voorzitter gesloten. 47.RONDVRAAG. De heer Endendijk vraagt naar den stand van zaken omtrent de voorgenomen plannen tot verbreeding van den Rijksweg door het dorp.

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1932 | | pagina 94