77.
Bij <üe gelegenheid stellen B.en F. zich tevens voor, naar aan
leiding van een adres der Ned.Vereeniging tot bescherming van
dierenbetrekking hebbende op de inrichting van hondenhokken
voor op het erf verblijvende waakhonden, een wijziging van art.
47 der Algemeene Politieverordening bij den Raad aanhangig te
maken.
Nadat de heer Hornsveld op een soepele toepassing der voor
gestelde bepalingen heeft aangedrongen, wordt het ontwerp-be-
siu.it tot wijziging der Algemeene Politieverordening zonder hoof
delijke stemming vastgesteld.
69.SCHOOLZUSTER (1e afd.no.1669)
Opnieuw behandeling van het adres van de afd.Soest der Ver
eeniging "Volksonderwijs" verdoekende aanstelling van een school
zuster.
De in de vorige vergadering gevraagde stukken zijn thans
overgelegd.
Mejuffouw Funke juicht het toe, dat dit voorstel nu weer op
nieuw in behandeling komt. Spreekster, die erop wijst dat de
hygiëne en reinheid wegens onkunde in verschillende gezinnen nog
veel te wenschen overlaat, zegt dat voor een schoolzuster zeer
goed werk te verrichten is. Er zijn vrouwen, die volkomen be
voegd, en bereid zijn dit werk tegen een gering salaris te ver
richten. Spreekster weet een verpleegster met diploma, die dit
werk gaarne wil doen tegen een salaris van 50,= per maand.Bij
gunstiger tijden kan dan een beter salaris gegeven worden.
De heer de Nies zegt dat hij, wanneer het voorstel van Mej.
Funke aangenomen wordt, maar half blij is. Spreker meent dat de
gemeente zich van een minder goede zijde zou laten zien wanneer
dergel_ijk belangrijk werk op een koopje moet gaan. Waar een
schoolzuster noodzakelijk is, en haar werk ten goede komt aan de
kinderen, voornamelijk uit groote arbeidersgezinnen, is het geld,
hiervoor toe te staan, goed besteed. Het gaat om de belangen van
het kind, zoodat men over de principes heen moet stappen. Geef
dus een behoorlijk gediplomeerde zuster, zegt Spreker.
De heer Grootewal zegt dat hij zich oorspronkelijk tegen de
aanstelling van een schoolzuster moest verklaren, niet omdat hij
overtuigd was dat een zuster geen goed werk zou verrichten,maar
omdat hij een buitengewoon groot voorstander van de invoering van
het instituut schoolarts is. Spreker meent dat men tot laatstge
noemd doel moet komen, doch het is in de tegenwoordige tijdsom
standigheden beter genoegen te nemen met een half ei dan met een
leegen dop. Spreker adviseert dus voorloopig met dezen maatregel
genoegen te nemen. De invoering Van het instituut schoolarts
moet dus het einddoel zijn. De thans voorgestelde maatregel moet
men derhalve als tijdelijk beschouwen. Spreker wil mitsdien in
gaan op het voorstel van Mejuffrouw Funke, onder bepaling dat de
aanstelling van een schoolzuster van tijdelijken aard zijn, en
dat bij een eerstvolgende gunstige gelegenheid het instituut
schoolarts wordt ingevoerd.
Mejuffrouw Funke wenscht het door haar gesprokene nog wat
te verduidelijken. De zuster, die Spreekster op het oog heeft,
wil het werk gaarne verrichten, en dus een offer brengen,hetgeen
bij Maatschappelijk werk veel voorkomt. Men mag de zaak niet al
dus opvatten dat beneden een behoorlijk loon gewerkt wordt.Fan-
neer evenwel de tijden gunstiger zijn, zal deze zuster ook op
een