117
tatie zijn, daar Spreker veronderstelt dat er des Zondagsmorgens
wel veel bezoek verwacht kan worden.
De heer Grootewal vindt het niet alleen oneconomisch dat het
bad op den Zondagmorgen gesloten zal zijn, doch Spreker acht deze
Sluiting zelfs een onrechtmatige daad. In dit verband wijst Spre
ker erop dat de Raad in zijne vergadering van 10 Nov.19J2 een twee
tal uitspraken heeft gedaan. "Toen is met 10 tegen 4 stemmen beslo
ten de inrichting open te stellen op den Zondag. De heeren de
Bruijn, Endendijk, Kornsveld en van Klooster waren tegen deze open
stelling. Yocrts is toen een principieeie beslissing genomen ten
aanzien van het geven van gelegenheid tot gemengde baden, en wel
met één stem tegen, n.l.Gie van den heer van Klooster. Nu komt mer
weer met een ander voorstel, n.l.om het bad op den Zondagmorgen
te sluiten. Waar eenmaal reeds een beslissing in dit opzicht geno
men is acht Spreker het onjuist dat men daarop weer terugkomt,
temeer waar ook bij het eerste exploitatieoverzicht gerekend was
op de Zondagsopening. Spreker is om al deze redenen voor handha
ving van het op 10 Nov.1932 genomen besluit.
Mejuffrouw Funke zegt dat de heer Grootewal tot op zekere
hoogte wel principieel gelijk heeft, doch men dient ook rekening
te houden met een groote groep Soestenaren, welke hieromtrent een
ander idee heeft. Bij de thans voorgestelde regeling zijn alle
partijen bevredigd, en Spreekster vindt het daarom niet onbillijk
dat de inrichting gesloten zal zijn tijdens de Kerkuren.Spreek-
ster wijst er voorts nog op dat de entourage daar ter plaatse zóó
mooi is, dat de vreemdelingen, die des morgens reeds aankomen,
zeer goed eenigen tijd kunnen doorbrengen in de heide of in de
bosschen zulks in afwachting van de openstelling van het bad.
De heer Busch zegt eveneens dat de heer Grootewal principi
eel gelijk heeft. Spreker wijst er echter op dat in de Commissie
steeds een harmonische samenwerking tot uitdrukking is gekomen
en dat men de zaken op de meest prettige wijze heeft behandeld
met waardeering over en weer van elkanders principe. Alzoo moet
naar Sprekers oordeel niemand de volle 100$ eischen. Spreker acht
een sluiting van enkele uren op den Zondag geen bezwaar. Men moet
over en weer een tegemoetkomende houding aannemen en de zaak niet
laten struikelen. Spreker zegt dat de heer Endendijk uit principe
tegen Zondagsopening moet zijn, doch aan andere factoren is de
heer Endendijk ook weer tegemoet gekomen. Spreker, die nogmaals
wijst op de prettige samenwerking in de commissie tusschen de ver
schillende tegenstanders, meent dat men het ook met het oog op
een goede verstandhouding eens moet zijn, en elkanders richting
moet weten te waardeeren. Waar de Commissie dus rekening gehouden
heeft met ieders principegeeft Spreker in ernstige overweging de
sluiting op den Zondagmorgen althans voor dit jaar te aanvaarden.
De heer Endendijk zegt dat iedereen wel zal gevoelen dat hij
achter het voorstel tot de Zondagmorgensluiting gezeten heeft.
Spreker zegt dat hij een tegenstander is en blijft van het open
zijn der inrichting gedurende den geheel en. Zondag, doch als
voorzitter der Zwemcommissie had Spreker de beslissing van den
Raad uit tevoeren. Principieel blijft dan ook de beslissing ?an
den Raad bestaan. Het gaat er nu maar om dat het personeel, dat
bij het natuurbad werkzaam is, in de gelegenheid moet worden ge
steld om de kerkelijke plichten te vervullen. Men mag toch het
personeel niet verhinderen die plichten te vervullen, hetgeen wel
het