-28 Juni 1935 126.
De heer Busch zegt dat hij den heer van Duren de laatste
weken heeft bewonderd doordat deze zooveel werk heeft verzet.
Doch de tegenwoordige toestand in het college kan zoo niet lan
ger blijven. Juist in verband met de ziekte van den Burgemeester,
welke nog wel eenige weken of zelfs enkele maanden kan duren, had
men moeten ingrijpen. En wanneer de Burgemeester terugkomt, is
daarmede de zaak nog niet opgelost. laar Sprekers oordeel had het
op den weg van den Voorzitter gelegen om te bewerkstelligen, dat
een tijdelijk Wethouder werd benoemd, en na die benoeming had men
dan eens kunnen overwegen wat verder in het belang der gemeente
gedaan kon worden. Spreker wil ruiterlijk erkennenjlat hij zich
destijds bij de Wethoudersbenoeming schromelijk heeft vergist.
Zooiets zal hem niet meer overkomen. Spreker zegt dat de zaak
zoo spoedig mogelijk moet worden opgelost, daar de toestand van
thans zóó niet langer kan voortduren.
De Voorzitter zegt dat met medewerking van alle ambtenaren
getracht is zoo goed mogelijk door te werken tijdens de ziekte
van den Burgemeester. Spreker acht het beter dat men met het nemen
van maatregelen, als door de vorige Sprekers bedoeld, wacht totdat
de Burgemeester terugkomt.
De heer de Nies vraagt aan den Voorzitter of deze bereid is
maatregelen te nemen indien de Burgemeester langer wegblijft dan
14 dagen.
De Voorzitter zegt zulks gaarne te zullen overwegen,
m.een verzoek van J.B.M.Bremer en andere bewoners van den Postweg
om verbetering van dien weg, hetgeen bereids in behandeling geno
men is.
De heer Nooder wijst erop dat de Raadsleden er hier ook maar
weer met een Jantje van leiden worden afgemaakt. Aangezien B.en W.
zeggen dat deze zaak bereids in behandeling genomen is, zal Spre
ker gaarne vernemen wat deze uitdrukking inhoudt, daar die geheel
nieuw is in de gemeentelijke schrifturen.
Wethouder Lodeesen zegt dat de voorbereidende maatregelen
zijn genomen. De heer Meurs is reeds bezig met het onderzoek om
trent verbetering van den Postweg.
De heer Nooder zegt van oordeel te zijn dat Wethouder Lodee
sen ongeschikt is gebleken zijn functie te vervullen. Zooals deze
Wethouder indertijd reeds zelf heeft gezegd, zijn er twee manieren
om hem kwijt te raken,n.1. wanneer hij dood gaat en wanneer hij
bedankt. Aan overlijden dacht hij toen niet en bedanken wilde hij
niet. Spreker wensclit den Wethouder nog een lang leven toe, doch
de eenigste oplossing om hem kwijt te raken, zou zijn dat hij be
dankt. Doet hij dit niet, dan moet er een derde Wethouder bijkomen
De beste oplossing is dus dat de betrokken Wethouder de beenen
maar neemt, opdat men een goeden toestand verkrijgt.
De heer Grootewal vraagt of de Wethouder nu direct niet zou
willen bedanken.
Wethouder Lodeesen zegt dat de heer Grootewal wel vriende
lijk is. Y/anneer de heer Grootewal dit zegt, zal Spreker zoo maar
niet direct bedanken. Men moet maar eens feitelt noemen en aantoo-
nen dat belangrijke tekortkomingen door hem hebben plaats gehad.
De heer Busch meent dat de Wethouder toch moet voelen dat
hij een "quantité ne_gligeable" is. Spreker zegt er een voorstel
van te willen maken, volgens hetwelk Wethouder Lodeesen verzocht
wordt te bedanken, en als deze dan nog niet wil bedanken, dan is
hi.1