12 Juli 1955 165. zonnebad. Het zonnebaden is een zich met een voorop gezette bedoeling languit strekkeh in de zon. Spreekster zegt voorts geen waardeering te hebben voor de ingezonden artikelen in de plaatselijke couranten, en Spreekster begrijpt niet dat er geen ouders zijn die tegen die stukken opkomen en het waardeeren dat er gelegenheid is voor gescheiden zonnebaden. Voor ernsti ge ouders vindt Spreekster het wel van belang dat ze weten dat hun kinderen, die een zonnebad nemen, veilig aan het strand kunnen vertoeven zonder kans op zedelijke gevaren. Spreekster noemt het een goedkoope aardigheid om haar te betichten van preutschheidNaar Spreeksters meening moet de gelegenheid blijven bestaan om mannen, vrouwen, jongens en meisjes voor zon nebaden naar hun eigen afdeelingen te verwijden daar er toch personen zijn, die niet tegen gemengde zonnebauen bestand zijn. Spreekster blijft het dus op prijs stellen dat er een gelegen heid is voor deze groepen tot afzondering. De heer Grootewal meent dat men het eigenlijk al aardig eens is ten opzichte van de toepassing der regèling sinds Zon dag j.1., doch dan moet art.5 van het Reglement ook gewijzigd worden. Spreker wijst erop dat het volgens zijn voorstel ook de bedoeling is een gelegenheid te hebben voor gescheiden zonne baden. Spreker begrijpt evenwel niet dat alles maar moet worden geregeld zooals de heeren Endendijk en Busch dit willen. Arti kel 5 zooals dit thans luidt, is te streng omschreven. Waarom kan men nu niet aan alle wenschen tegemoet komen door de rege ling van Zondag j.1. in het reglement op te nemen? Spreker wijst er vervolgens op dat tegenwoordig de de gemengde zwem- en zonnebaden heel gewoon zijn. De ideeën van 25 jaren geleden zijn nu zoo ongeveer van de baan. Men moet de menschen vrijer tot elkander brengen, waardoor geen slechte dingen zullen ge beuren. Ook op het sportveld ziet men man en vrouw in sport- costuum en niemand maakt daar eenige bemerking op. De praktijk heeft voldoende geleerd dat bij de natuurbaden een nieuwe strooming tot elkaar gebracht wordt, die vrijer is en waarvan geen excessen zijn te verwachten. Vroeger vond men het al, erg wanneer in de Kalverstraat te Amsterdam een dame liep, die een tipje van haar lange rok oplichtte, doch men moet nu de dames eens met de kortere rokken zien loopen. Men kan achter alles wel wat zoeken. Over 10 jaren zal men wel weer anders denken dan thans, zoodat men met den tijd mee moet gaan. Spreker vraagt zichaf waarom men nu art.5, zooals het thans luidt ,moet hand haven. Spreker wil dus een andere formuleering van art.5 en wel naar de regeling, welke Zondag j.1. werd toegepast. Door kalm overleg dient men een wijziging van het reglement te verkrijgen volgens de sedert Zondag j.1. toegepaste regeling. Men zal dan een grooteren toeloop van menschen met nieuwere begrippen ver krijgen. De heer de Nies zegt kennis te hebben genomen van een stukje in "De Soester" van heden, welk stukje zijn volle in stemming heeft. Daarin wordt het zwembad toegejuicht, daar de toestand aan de Eem onhoudbaar is, aangezien de menschen zich daar maar zonder eenig toezicht in het openbaar uit-en aanklee- den, en er zelfs personen zijn, die loeren op het ontkleeden der meisjes. De tegenstanders der gemengde zonnebaden moeten dus maar eensletten op hetgeen aan de Eem plaats heeft. Daar wordt maar niets van gezegd en politietoezicht ontbreekt ter plaatse

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 332