10 Augustus 1933197-
Bij art. 10 dringt de heer Busch erop aan dat de exploita-
tiebegrooting vroeger wordt ingediend dan thans bepaald zal wor
den.
De Voorzitter wijst den heer Busch erop dat volgens dit ar
tikel B. en W» jaarlijks den datum bepalen, binnen welken de ex-
ploitatiebegrooting moet zijn ingediend.
Bij het 5e lid van art, 10 vraagt de heer Gasille of de be
grooting en rekening alleen ter kennisneming aan den Raad worden
aangeboden. Spreker acht het wenschelijk dat de Raad deze be
scheiden vaststelt.
De heer Enuendijk zegt dat de thans voorgestelde bepaling
zeker in het reglement opgenomen is omdat het niet de bedoeling
is, dat alle futiliteiten bij den Raad komen.
De heer Gasille stelt voor te bepalen dat de begrooting en
rekening door den Raad vastgesteld worden.
Dit voorstel wordt met 9 stemmen verworpen. Vóór het voor
stel stemden 6 leden, t.w. de heoren de Nies, Gasille, van den
Berg, Nooder, Grootewal en lodeesen.
De Voorzitter geeft als zijn oordeel te kennen dat deze ge-
heele stichting eigenlijk een wassen neus is, daar zij volgens
deze regeling feitelijk niets zelfstandig kan uitvoeren.
De heer Busch stelt voor te bepalen dat het onder het be
stuur werkzame personeel niet door B. en W. wordt benoemd en ont
slagen, doch door het Bestuur in overleg met B. en W.
De heer van den Berg zegt zich hiermede ook te kunnen ver
eenigen.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
Bij art.12 zegt de heer Gasille dat dit artikel nauw verband
houdt met .art.5, 1e lid. Spreker vraagt wat moet worden verstaan
onder de "door het bevoegd gezag gemaakte reglementen, verorde
ningen en voorschriften".
De Voorzitter zegt dat hier bedoeld worden de door "den Raad"
vastgestelde reglementen, verordeningen en voorschriften
De heer Gasille vraagt nog eens of het dus de zuivere bedoe
ling is dat deze reglementen enz.door den Raad zullen worden vast
gesteld
De Voorzitter antwoordt hierop bevestigend.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het besluit inzake
oprichting van een stichting tot beheer van het Soester Natuurbad
met de daarin opgenomen statuten vastgesteld.
152.WETHOUDERS. (4e afd.no.3094)
Behandeling van een voorstel van drie leden tot verkiezing
van een derden wethouder.
Burgemeester en Wethouders doen bij schrijven dd. 4 Augus
tus 1933> no» 3094 eenige mededeelingen omtrent deze aangelegen
heid. De minderheid van dit College is van meening dat benoeming
van een derden wethouder noch noodzakelijk noch wenschelijk is en
dat het huidige college de gemeentebelangen op voldoende wijze
kan behartigen. De meerderheid van het College stelt voor te be
sluiten tot uitbreiding van het aantal Wethouders, doch wenscht
daaraan de voorwaarde te verbinden, dat de Raad zich uitspreekt
omtrent de noodzakelijkheid tot herziening van het personeel bij
de onderscheidene takken van dienst, aangezien het van voldoende
bekendheid is, dat het Wethouderschap slechts dan onder de ver-
eischte verantwoordelijkheid kan worden aanvaard wanneer men van
de medewerking van ter zake kundige ambtenaren verzekerd is.