29 November 1955 288. ding der credieten als gevolg van de stichting van het natuur bad wordt opgedragen aan een commissie ad hoe en of de Raad het goed vindt dat de benoeming der leden aan den Voorzitter wordt overgelaten. Volgens het reglement van Orde kan de Raad n.1. de benoeming aan zich voorbehouden. De vergadering kan zich met een en ander vereenigen, waarna de Voorzitter tot benoeming der leden overgaat, zooals deze ver meld zijn in voormeld schrijven van B. en W. Vervolgens wordt tot de stemmingen overgegaan. Tot voorzitter der Belastingcommissie (vacature J.S.van Duren) wordt met 14 stemmen gekozen de Burgemeester. Een briefje was in blanco uitgebracht. Tot lid der commissie Openbare Werken (vacature H.v.Kloos ter) wordt hierna met 12 stemmen benoemd ^de heer C.J.van Dam.De heer Nooder verkreeg 2 stemmen, terwijl één briefje in blanco was uitgebracht De heer van Dam aanvaardt deze benoeming. Vervolgens wordt tot de benoeming van een lid der Commissie Uitbreidingsplan (vacature H.van Klooster) overgegaan. De heer Grootewal stelt voor den heer Gasille als lid dezer commissie te benoemen. Uitgebracht worden op den heer Gasille 8 stemmen, op den heer Grootewal 6 stemmen en 1 stem blanco, zoodat de heer Gasille is benoemd. De heer Gasille zegt dat hij zal beginnen deze benoeming aan te nemen. Hierna is aan de orde de benoeming van een lid der Commissie Grondbedrijf (vacature H.van Klooster). De heer Endendijk wijst op de wenschelijkheid dat in de com missie Openbare Werken en Grondbedrijf dezelfde leden zitting hebben, omdat deze commissie en ook de commissie Uitbreidingsplan ten nauwste met elkander verband houden. Spreker noemt in dit ver band den naam van den heer de Bruijn inplaats van den heer de Nies, die niet in die commissie zitting heeft. De heer de Nies merkt op dat de heer Nooder en hij blijkbaar het vijfde wiel van den wagen zijn. Spreker had destijds wel ge dacht dat de heer Nooder of hij in de commissie Openbare Werken benoemd zou worden, daar de heer Bleeker, waarvoor Spreker in de plaats is gekomen, lid dier commissie was. Waar men blijkbaar weinig vertrouwen in Spreker stelt, geeft hij den Raad in overwe ging om den heer de Bruijn te benoemen tot lid der Commissie Grondbedrijf. De heer Busch merkt op dat de heer de Nies een verkeerde op vatting dezer aangelegenheid heeft» Het voorstel van den heer Endendijk en Spreker van onlangs was dat ieder raadslid zitting had in 3 commissies, en dat de commissies Openbare Werken, Grondbe drijf en Uitbreidingsplan uit dezelfde leden zouden bestaan.Door de verschillende stemmingen zit nu het eene lid in meer commis sies dan het andere lid, aoch de heer de Nies moet inzien dat zijn persoon of zijn partij geenszins genegeerd worden,doch dat het alleen gaat om de beooging van een goede samenwerking tus- schen 5 commissies, welke min of meer met elkaar verband houden. De heer de Nies wijst erop dat het voor een goede verstand houding ook wel wenschelijk is dat de commissies Openbare V/erken en Werkverschaffing uit dezelfde leden bestaan. Deze commissies zijn

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 580