18 Januari 19333»
2.RAADSLEDEN
B'eëediging van het nieuw gekozen raadslid H.Th.van den
Berg.
Nadat de Secretaris den heer van den Berg heeft binnenge
leid, deelt de Voorzitter aan den heer van den Berg mede, dat
deze bij het aanvaarden zijner betrekking twee eeden heeft af te
leggen, n.1. den zuiveringseed en den eed van trouw aan de Grond
wet.
De heer van den Berg legt bedoelde eeden af, waarna de
Voorzitter hem geluk wenscht met zijn benoeming tot raadslid.
Spreker wijst erop dat door deze eedsaflegging een band is vast
gelegd, waarop de heer van den Berg zich voortaan zal wijden aan
de belangen der gemeente.- Spreker hoopt op den steun van den
heer van den Berg te mogen rekenen, zoowel in de raadsvergade
ringen als in de commissievergaderingen,en hij hoopt dus dat deze
de gemeente trouw zal dienen.
De heer van den Berg, die den Voorzitter dank zegt voor de
gesproken woorden, neemt hierna den zetel van zijn voorganger,
den heer Mineur, in.
3.NIEUWJAARSREDE.
De Voorzitter deelt vervo?<-gens mede, dat deze vergadering
de eerste is in 1933» Daarom zal hij een kort woord spreken.
Spreker brengt dan in herinnering hoe onze gedachtendoor de ge
meente over 1932 waren toen de klok op 31 Dec.1932 des nachts
12 uur sloeg. En hoe staat men tegenover het jaar 1933? Y/anneer
men nu terugkijkt in het afgeloopen jaar, dan hebben zich voor
Soest geen schokkende gebeurtenissen voorgedaan. In gemeenten
als de onze gaat alles in den regel langs lijnen van geleide
lijkheid. In de laatste maanden is evenwel veel zorg der gemeen
te gevraagd. Met kracht en energie moest de hand aan den ploeg
worden geslagen om de ruwe akker van de werkloosheid en van de
armenzorg te bewerken en verzachtingen in den nood aan te bren
gen. De werkloosheid is ruw ingetreden, waardoor armoede en el
lende gekomen is. De werkloosheid heeft een grooten omvang aan
genomen, doch door de medewerking van den Raad en door den steun
der regeering konden voorzieningen worden getroffen, waardoor
het leed van de diepst getroffenen kon worden verzacht. Deze voor»
zieningen gingen gepaard met offers, doch met voldoening kan men
terugzien op deze daad, terwijl de arbeid, welke door de betrok
kenen wordt verricht, van groote waarde is. Spreker, die zegt
dat men natuurlijk niet weet, wat 1933 zal brengen,wijst erop,
dat de financiën der gemeente niet ongezond zijn, doch dat men
met beleid de toekomst tegemoet zal dienen te gaan. Het gemeen
tebestuur zal moeten voortgaan met het zoeken naar nieuwe gele
genheden tot werken om de door werkloosheid .getroffenen te hel
pen. Men moet daarbij trachten zooveel mogelijk te bereiken,re
kening houdende met de omstandigheid, dat niet uitsluitend met
de belangen van één bepaalde groep rekening mag worden gehouden.
De Raad heeft de belangen van allen te behartigen. De loonkwestie
mag door de arbeiders niet als brandpunt der politiek beschouwd
worden. Spreker roept de medewerking van den Raad in om te zoeken
naar middelen ter oplossing van de moeilijkheden voor de betrok
kenen. Dit werk dient met een groot optimisme verricht te worden.
Men moet alzoo het jaar 1933 me"t optimisme tegemoet zien, waarbij
onderlinge samenwerking geboden is. Spreker hoopt dat 1933 voor
de leden van den Raad en voor hunne gezinnen een goed nieuw jaar
moge zijn.
4. NOTULEN.