22 Februari 1935 49* j.vast te stellen het overgelegde ontwerp-besluit tot wijziging der gemeentebegrooting voor het dienstjaar 1933> waarin de on der 2e genoemde uitgave is geregeld. De Voorzitter brengt hierbij in behandeling het adres van de afdeeling Soest der Natuurhistorische vereeniging, inhoudende bezwaren tegen de verplaatsing van het woonwagenkamp naar de door Burgemeester en Wethouders voorgestelde plaats. De heer de Bruijn, die zegt dat hij zelf veel moeite gedaan heeft voor het aanwijzen var: een behoorlijke plaats voor het woonwagenkamp, doch die wegens ongesteldheid verhinderd was met de overige leden der Commissie Openbare Werken ter plaatse een onderzoek in te stellen, meent bij nader inzien dat door oen vestiging van het woonwagenkamp aan de rechterzijde van de Ban- ningstraat inpiaats van aan de linkerzijde dier straat,het aan zien der omgeving niet in zoo erge mate ontsierd zal worden. Wanneer het kamp op de door Burgemeester en Wethouders voorge stelde plaats gevestigd zal worden, zal het mooie uitzichtwaar van zoovele wandelaars en vreemdelingen genieten, belemmerd wor den. Spreker stelt mitsdien voor het woonwagenkamp aan de ande re zijde (rechterzijde) der Banningstraat te plaatsen. De heer Endendijk stemt volkomen in met het bezwaar der Na tuurhistorische vereeniging. De voorgestelde plaats is een zeer mooi plekje voor de wandelaars ;men heeft daar een schitterend uitzicht zoodat Spreker het onbegrijpelijk vindt dat iemand met een voorstel kan komen om daar het woonwagenkamp te vestigen. Ter plaatse staat zelfs een bank om te genieten van het verre en mooie uitzicht.Spreker kan zich wel vereenigen met het voorstel van den heor de Bruijn om het kamp te plaatsen aan de andere zijde van den weg. De heer van Klooster is het wel met den heer Endendijk eens voorzoover betreft diens meening omtrent de schending van het natuurschoon, doch Spreker is het er niet mee eens dat het woon wagenkamp aan de rechterzijde van den weg behoort te worden ge plaatst. Men heeft daar veel opgaand hout. Wanneer een vuurtje gestookt wordt beloopt men de kans dat men boschbrand krijgt. Daarom is Spreker tegen die plaats. Spreker meent dat op de door B.en W. voorgestelde plaats wel weinig wagens zullen komen,daar deze plaats niet gemakkelijk voor woonwagens te bereiken is» Hoe men de zaak ook bekijkt en op welke plaats het kamp ook komt het blijft steeds een moeilijke zaak en men heeft overal last van die bewoners. De Voorzitter vraagt don heer Endendijk als Voorzitter der Zwemcommissie of het ook bezwaar zou op!everen wanneer het kamp nog een paar maanden op de tegenwoordige plaats blijft.Wellicht kan een gemeenschappelijke regeling met Amersfoort of Zeist worden getroffen ten aanzien van een woonwagenkamp. Zoo hebben onlangs drie gemeenten in het Zuiden van ons land een dergelijke regeling aangegaan. De heer Endendijk acht twee maanden uitstel geen onoverko melijk bezwaar. De heer Nooder constateert dat men nu door een afschuifsy steem Soesterberg wil opknappen met een woonwagenkamp.Spreker die zich hiertegen moet verzetten, wijst erop dat de bewoners van een dergelijk kamp zich in den regel voor den verkoop van allerlei artikelen op straat begeven, en waar het natuurbad dooi duizenden

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1933 | | pagina 98