80. Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot wijziging van de bij raadsbesluit van 30 Sept. 1929 vastgestelde regeling ter ver- s krijging van de tusschenkomst der gemeente voor het totstandkomen van een uitbreiding van het aanvangsbuizennet der waterleiding. Krachtens de regeling van $0 Sept.1929 kan verrekening van de in de gemeentekas gestorte waarborgsommen slechts plaats hebben na t het verstrijken der vijf garantiejaren. Aangezien het voorkomt dat reeds binnen deze garantiejaren de wateropbrengst over de desbe treffende uitbreiding van het aanvangsbuizennet der waterleiding het risico, waarvoor de waarborgsom is gestort, geheel dekt, be- staat ernaar de meening van B. en W. in zoodanig geval aanleiding om ook vóór het verstrijken van genoemden termijn tot terugbeta- t ling der gestorte waarborgsom over te gaan, waarvoor een wijziging van art.10 der desbetreffende regeling noodig is. B. en W. stellen voor tot deze wijziging te besluiten, waartoe een ontwerp-besluit ter vaststelling wordt aangeboden. Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt het voorstel van B. en Waangenomen en het aangeboden ontwerp-be sluit vastgesteld. 88.ONDERWIJS. (1e afd. no. 3431). Vaststelling van een besluit tot het verleenen van de wette lijk voorgeschreven medewerking ten aanzien van de aanvrage van het bestuur der Vereeniging voor Chr.L. en U.L.0. te Soesterberg om gelden beschikbaar te stellen voor de aanschaffing van leer middelen wegens stijging van het aantal leerlingen. Be heer Gasille zegt vernomen te hebben dat er geen sprake is van toeneming van het aantal leerlingen. Het aantal leerlingen i is zelfs afgenomen inplaats van toegenomen. Korten tijd geleden waren er 112 leerlingen, terwijl er volgens de aanvrage thans 105 zijn. De Voorzitter deelt mede dat het aantal leerlingen toch nog altijd stijgende is. Volgens de laatste aanvrage waren er 74 leer lingen, zoodat hier toch sprake is van een stijging. De heer Grootewal zegt te kunnen mededeelen dat juist op deze school een groot tekort aan leermiddelen is. Deze aanvrage is al n lang uitgebleven omdat het Schoolbestuur zeer zuinig is en slechts een en ander aanvraagt als het hoog noodig is. Spreker begrijpt dan ook niet dat het Schoolbestuur niet een paar jaar eerder is gekomen met deze aanvrage. De Voorzitter zegt eveneens dat het schoolbestuur steeds bui tengewoon zuinig geweest is. Spreker zal te zijner tijd bij de be- schikbaarstelling der gelden nog eens een onderzoek instellen na ingewonnen advies van den Inspecteur op het Lager Onderwijs. De heer Endendijk betoogt ook nog dat het aantal leerlingen sedert de laatste aanvrage van het Schoolbestuur is toegenomen, zoodat de gevraagde medewerking volgens de Wet verleend zal moeten worden. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het besluit vastge steld. 09.ONDERWIJS(1e afd. no.110). Vaststelling van de vergoeding als bedoeld in art.101 der Lager Onderwijswet 1920 over 1930 met bijbehoorende driejaarlijk- sche verrekening over 1928 t/m 1930. B. en Wdeelen mede dat de vergoeding over 1930 voor de t. bijzondere

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 160