2Mei 13)4 10). het ongewenscht is dat de gemeente borg blijft voor een bedrag, dat bij haar belegd wordt tegen een rente van 4%, daar de gemeen te slechts iets meer dan 2$ betaalt voor de kasgelden,welke zij opneemt. De Voorzitter merkt op dat de gemeente niet als borg op treedt, doch dat zij het geld alleen in bewaring neemt. De Ei- nancieele Commissie heeft voorgesteld niet een vaste rente van 4% te vergoeden, doch de gemiddelde rente voor beleening op effecten bij de Wederlandsche Bank. De heer van Duren zegt dat het geld toch eigenlijk bij de gemeente wordt belegd. Zulks is zoowel voor E.H.B.O.als voor de gemeente het meest veilig, en waar het hier een goede zaak betreft, wil Spreker een rente van 4$ vergoeden, zoodat hij dus met het voorstel van B. en W. meegaat. De heer Endendijk is van oordeel dat deze vereeniging van een groot algemeen gemeentebelang is, waarvan een ieder kan profitee- ren. Spreker meent dat het dan ook wel geoorloofd is als steun aan de vereeniging een rente te vergoeden van 4$ inplaats van de ge middelde beleeningsrento De heer Gasille wijst erop dat de Vereeniging het vorig jaar k verlies heeft geleden, waarin de gemeente toen heeft bijgepast. Thans is er een overschot, en de voorwaarde van de desbetreffende overeenkomst luidt dat de helft van de winst aan de gemeente uit gekeerd moet worden. Men moet zich dan ook aan de afspraak houden, en niet de geheele winst aan de vereeniging laten. Spreker heeft i niets tegen deze vereeniging, die bijzonder goed werk verricht, doch zij geniet al een subsidie van do gemeente. Wanneer het noodig is de vereeniging verder te steunen, dan moet een hoogere subsidie toegekend worden. Men moet evenwel nic-t op de thans door B. en W. voorgestelde wijze steun aan de Vereeniging geven, doch zich hou den aan de afspraak. Het is hier ec-n principieele kwestie, en de gemeente behoort geen bankier te spelen tegen een veel te hooge rente, terwijl men ook niet op een verkapte wijze subsidie-verhoo ging mag toestaan. De heer Grootewal merkt op dat de verliezen en winsten steeds kleine bedragen zullen betreffen. Zoo is er nu sprake van een klei ne winst. Wanneer de gemeente nu de helft van d eze kleine winst accepteert, vloeit dit kleine bedrag toch in de groote kas weg. Spreker zou liever een klein reservefonds willen vormen. Alsdan n beloopt men de kans dat de Vereeniging de gemeente niet noodig heeft wanneer er eens een klein tekort mocht zijn, daar dit dan uit die reserve betaald kan worden. Een dergelijk fonds is dus ook tot steun der Vereeniging, zoodat Spreker zich wel met het voorstel van ;e B. en W. kan vereenigen, evenwel met dien verstande dat de gewone geldende rente uitgekeerd wordt. De heer van Duren zegt dat hij wel vertrouwen in de Vereeniginr heeft, en het is voor de gemeente ook wel van belang te weten waar het geld is. Het beste is dus dat de Vereeniging het geld bij de gemeente belegt tegen 4$, daar de Vereeniging ook elders een derge- Üjke rente van haar geld kan maken. En wanneer de Vereeniging haar geld ergens anders gaat beleggen, heeft de gemeente geen zekerheid meer. De heer Endendijk zegt dat de heer Gasille principieel wel ge lijk heeft omtrent de uitkeering van de helft der winst aan de ge meente. Spreker is er echter voor om een rentevergoeding van 4a/o aan te houden. De heer Gasille

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 206