12. De heer Grootewal is van meening dat het particulier initia tief in de eerste plaats aan het werk moet worden gelaten en dat dit het advies moet vragen aan de schoolhoofden. Kan het parti culier initiatief niet voldoende in een en ander voorzien, dan pas mag de hulp der Overheid worden ingeroepen. De heer Endendijk is het hiermede eens. De Voorzitter vestigt er nog de aandacht op dat bij toe kenning van gelden voor Schoolkleedingook gelden beschikbaar gesteld zouden moeten worden ten behoeve der Bijzondere scholen. Ook dit moet men niet uit het oog verliezen. het voorstel van B. en W. wordt hierna in stemming gebracht en aangenomen met 12 tegen 2 stemmen. Mej.Funke en de heer de Kies stemden tegen, terwijl de heer Nooder zoowel voor als tegen stem de 15«ONDERWIJS (1e afd. no.2725). Voorstel van Burgemeester en Wethouders tot intrekking van de verordening, als bedoeld in art.)) der Lager Onderwijswet. Bedoelde intrekking wordt voorgesteld omdat, zooals intus- schen reeds is gebleken, uit bedoelde verordening, tot welker vaststelling de gemeente niet verplicht was, niet onbelangrijke financieele verplichtingen kunnen voortvloeien, vooral wanneer zich meerdere gevallen van waarneming mochten voordoen. Zulks wil B. en W. vooral in deze tijdsomstandigheden waarin reeds op de verplichte onderwijsuitgaven moest worden bezuinigd, zeer ongewenscht voorkomen. Voorgesteld wordt bedoelde verordening in te trekken met ingang van 1 April 19M* De heer Endendijk zegt dat hij ook voor intrekking der ver ordening is, doch is het niet geheel eens met de motiveering van B. en WEen hoofd of diens waarnemer heeft toch meer administra tie te verrichten en zorg voor de school. Spreker is vóór in trekking der verordening op grond van noodzakelijke bezuiniging. Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna besloten tot in trekking van bovenbedoelde verordening. 16.VERORDENINGEN (1e afd. no.3253). Vaststelling van enkele verordeningen, regelende de samen stelling en den werkkring van e enige vaste Commissiën uit den Raad Burgemeester en Wethouders bieden ter vaststelling aan de desbetreffende ontwerp-verordeningen voor de Commissies van Bij stand,t.w. de Commissie voor het Uitbreidingsplan, de Commissie voor het Gemeentelijk Grondbedrijf en de Commissie voor Werkver schaffing, en voorts voor de Commissies van voorbereiding,t.w. de Commissie voor Belastingzaken, en de Commissie voor het ont werpen van de verordeningen tegen wier overtreding straf is be dreigd (tot dusver genaamd de Wetgevende Commissie). Voor de overige bestaande vaste commissiën werden bedoelde verordeningen bereids vastgesteld. De heer Gasille stelt voor om het aantal leden van de Com missie voor het Uitbreidingsplan terug te brengen va». 7 op 5, aangezien de andere commissiën ook uit 5 leden bestaan, en dit aantal voldoende is. De heer Nooder steunt dit voorstel. Bedoeld voorstel, in stemming gebracht, wordt verworpen met 9 tegen 5 stemmen. Vóór het voorstel stemden Mej.Funke, en de heeren de Nies, Nooder, Gasille en van den Breemer. Tijdens deze stemming

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 24