22 Juni 1954 143. uitgesproken woorden daar deze betrekking hadden op het voor stel tot stichting eener kanovijver en het maken van een speel tuin op het natuurbad. Zulks is door den heer Grootewal nu reeds duidelijk gezegd. De regeling aan het bad zal soepel toe gepast worden evenals verleden jaar. Spreker wenscht ook geen speeltuin van het bad te maken. Spreker wilde steeds geen vlot ten, ballen enz., doch uitsluitend een mooie plas water waar men kan zwemmen en na het zwemmen onder elkander kan verpoozen. Voor schennis der eerbaarheid zal scherp worden gewaakt. Er komt strenger toezicht, en er zullen menschen worden aangesteld met politioneele bevoegdheid, opdat zij bij excessen kunnen op treden.Het verblijf aan het natuurbad regelt zichzelf wel, en het publiek zal zelf wel contröle uitoefenen. Spreker kan als hoofd der politie dezer gemeente met een 20-jarige strafwet- practijk in Ned.Indië verklaren dat geen onzedelijke of onwel- voegelijke handelingen open en bloot ten aanschouwe van duizen den personen plaats hebben ericok niet aan het natuurbad zullen gebeuren. Dergelijke handelingen gebeuren wel op plaatsen waar feen publiek is, ook te Soest. Spreker schenkt veel waarde aan e controle van het publiek, en excessen hebben dan ook nimmer plaats gehad. Er is dan ook geen sprake geweest van een onzede- lijken boel. Het toezicht is reeds buitengewoon streng gemaakt, Spreker is niet meegegaan met de ultra-moderne groep. Dit is gewoonweg een fabel. Spreker wijst er tenslotte nog op dat de Raad bij de stichting van het bad de consequenties heeft aan vaard De heer Endendijk sluit zich aan bij het gezegde van den heer van den Berg. Spreker vindt ook dat het betoog van den heer de Nies op niets gelijkt. Spreker zal in de volgende vergadering bij de behandeling zijner motie een nadere verklaring omtrent een en ander geven. In den Raad heeft Spreker wel eens gezegd wat aan het natuurbad gebeurd is, en waarbij de leider en de secretaris tegenwoordig waren. Spreker heeft toen ook gezegd dat de toestand niet goed was. De Voorzitter zegt dat het hem zeer spijt dat het niet bij dit debat blijft en dat men in de volgende vergadering weer een soortgelijk debat kriigt, omdat de organisaties eerst gehoord moeten worden. Het spijt Spreker dus dat de motie teruggenomen is tot de volgende vergadering. Het is hier geen kwestie van de organisaties, doch van den Eaad. Spreker betreurt het dan ook ten zeerste voor Soest dat deze zaak nogeens behandeld moet worden. Dit zal het natuurbad zeer zeker niet ten goede komen. De heer Endendijk zegt dat deze aangelegenheid de belangen aangaat van de geheele gemeente. Het is dan ook zeer billijk dat de publieke opinie zich uit. Als lid der Commissie van onder zoek inzake oprichting zweminrichting heeft Spreker steeds een welwillend en ruim standpunt ingenomen, erkennende de moeilijk heden waarmede men te kampen had. Y/aar de zaak het vorig jaar niet tot zijn tevredenheid was, had Spreker de benoeming tot lid varjhet Stichtingsbestuur aangenomen om te trachten recht te zetten wat scheef gezakt was. De goede trouw is echter niets waard gebleken, zoodat Spreker bedankte als lid der stichting. Het publiek heeft er recht op te weten hoe de zaak in elkander zit. De Voorzitter

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 286