22 Juni 1954 152.
kosten eener werkverschaffing waren wel te dragen, wanneer het
alleen ging cm de werkelijk welwillende menschen aan werk te
helpen, doch cr zijn zooveel andere menschen.
De heer de Kies wijst er nog op dat de uitzending naar
Zwolle ook van nadeel is voor de betrokken gezinnen. De meeste
dezer menschen hebben een tuin, en ze worden nu weggestuurd
waardoor ée gezinnen nogal wat moeten derven, daar de tuin nu
niet meer vakkundig bewerkt kan worden. De uitzending had toch
een andere bedoeling, en de uitzending moet eerst dan plaats
hebben wanneer de betrokkenen gehoord zijn. Bovendien moet men
niet generaliseeren.
De heer Mulder vindt het wel een eer raadslid te zijn,
doch hij zou zich werkelijk schamen als het gemeentebestuur niet
in staat is een 100-tal gezinnen te steunen. De menschen kunnen
van de tegenwoordige ondersteuning niet bestaan, terwijl het
hier geen gewone werkloosheid betreft, doch crisiswerkloosheid.
Spreker dringt erop aan dat naar een oplossing gezocht wordt,en
hoopt dat deze gevonden zal worden, zoodat hij zich dan over
een jaar bij zijn aftreding als raadslid niet meer behoeft te
schamen.
De Voorzitter brengt hierna het voorstel van de heeren
Nooder en de Nies in stemming. Dit voorstel wordt verworpen met
15 tegen 2 stemmen. De heeren Nooder en de Nies stemden voor.
De heer Gasille vraagt vervolgens of Wethouder van Kloos
ter nog eens wil nagaan of er nog werken zijn, welke voor uit
voering in aanmerking gebracht kunnen worden.
De heer Endendijk merkt op dat hij daar straks hetzelfde
heeft bedoeld.
Wethouder van Klooster zegt dat zulks gauwer gezegd is dan
gedaan. Er is niet veel crediet, doch Spreker zal hieraan zijn
aandacht wijden.
De Voorzitter zegt dat de leden wellicht zelf objecten kun
nen opgeven.
De heer Nooder vraagt wat er nu moet gebeuren met de men
schen, die slechts 6,75 per week ontvangen om ervan te leven.
155.WERKVERSCHAFFING.
Wethouder van Klooster deelt vervolgens mede dat het cre
diet voor het boschplan op is. De menschen zijn nu door Maate
schappelijk Hulpbetoon te werk gesteld, doch er moet toezicht
houdend personeel zijn. Spreker wil hiervoor gaarne hetzelfde
personeel behouden, waarvoor een crediet benoodigd is van 700f*
De heer Grootewal meent dat hier sprake is van een ver
kapte werkverschaffing tegen laag loon, omdat de menschen nu door
Maatschappelijk Hulpbetoon te werk gesteld worden. Zulks is niet
juist. Spreker wil toezicht laten houden door andere menschen,
die ondersteund worden, daar er onder die menschen wel intel-
lectueelenjzijn,die toezicht kunnen houden.
De heer Gasille meent dat dit zeer goed mogelijk is.
Wethouder van Klooster zegt dat dan een proef genomen zou
kunnen worden. Spreker verzoekt evenwel het crediet van 700,=
toe te staan. Spreker vindt het echter wel moeilijk om de op
zichters die door de Heide Maatschappij zijn aangewezen, zoo
maar aan kant te zetten.
De heer de Bruijn zegt dat de opzichters deskundig moeten
zijn, daar anders niets van het werk terecht komt.
De heer