174. De heer Endendijk vraagt waarom deze ontheffing wordt ge vraagd De Voorzitter zegt dat deze ontheffing wordt gevraagd om dat aan een arbeidsbeurs meerdere kosten zijn verbonden. Boven dien is in deze gemeente geen industrie gevestigd, zoodat een arbeidsbeurs niet dringend noodzakelijk is. het voorstel van den heer de Mies tot oprichting van een arbeidsbeurs wordt in stemming gebracht en verworpen met 11 te gen 2 stemmen. De heeren de Mies en Mooder stemden vóór het voor stel. 178. BELASTINGEN (Je afd. no.129). Vaststelling van het voljaarskohier 19J4 der straatbelasting Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt dit kohier vastgesteld tot een bedrag van 42*404,= terwijl de termijnen van invordering worden bepaald op 1 October en 1 Decem ber 19J4. 179» VERORDENIN GEN1e afd. noJ525J61JJ575 en Je afd.no.J616) Vaststelling van: a. Verordening als bedoeld in art.25 der Wet van 21 Juli 1928, Stbl.Mo.265 (Wet besmettelijke ziekten). _b Verordening betreffende het oprichten van bad- en zweminrich tingen in de gemeente Soest. Verordening tot wijziging van art.68 der Algemeene Politiever ordening. d_ Verordening tot wijziging der verordening regelende de heffing der hondenbelasting. Voorgesteld wordt: a. een nieuwe verordening als bedoeld in art.25 der Besmettelijke Ziektenwet vast te stellen in verband met een schrijven van den Inspecteur van de Volksgezondheid dd. 29 Mei 19J4,no.1Q09 Ik. b_ een verordening betreffende het oprichten van bad- en zwemin richtingen vast te stellen, aangezien het een ongewenschte toestand zou zijn, indien in de gemeente zwem- en/of badin richtingen, waaronder begrepen inrichtingen voor het nemen van zonnebaden, zonder vergunning van den Baad zouden kunnen wor den opgericht of geëxploiteerd. art.68 der Algemeene Politie-verordening te wijzigen,omdat dit wel aanleiding heeft gegeven tot klachten en moeilijkheden. d_ art.6 der Verordening op de heffing eener Hondenbelasting te wijzigen en wel in dier voege dat de belasting slechts voor de helft zal zijn verschuldigd: 1.indien de belastingplicht na JO Juni van het belastingjaar is ontstaan. 2.indien de houder van den hond vóór 1 Juli van het belasting - jaar de gemeente metterwoon heeft verlaten. J.indien de belastingplichtige vóór 1 Juli van het belasting jaar ophoudt houder van een hond te zijn. De verordeningen sub a en b worden zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming vasTgesteld. Bij de vaststelling van de verordening sub zegt de heer de Nies dat de arbeiders vanwege de hooge entreeprijzen van het natuurbad gedwongen zijn in de Eem te gaan baden en zwemmen,het geen niet zonder gevaar is, terwijl toezicht ontbreekt, bpreker hoopt dat men het volgend jaar hiermede rekening zal houden en dat

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1934 | | pagina 348