1 Augustus 1934 1Ö2.
den Kerkeraad der ft.H»Gemeente om de steunbedragen voor werk-
loozen te verhoogen geheel kan onderschrijven. Spreker voelt
de moeilijkheid voor het College om een algemeenen maatregel
te treffen, maar hij zou toch gaarne een positief antwoord ont
vangen op de vraag wat B. en W. denken te doen om te voorzien
in den toestand der arbeiders. De werkelijk goedwillende ar
beiders, die thans in een noodtoestand gaan verkeeren, moeten
geholpen worden, temeer waar ook de diaconale kassen uitgeput
raken.
De Voorzitter zegt dat B. en W. een en ander in overweging
zullen nemen, en dat het College thans geen pertinent antwoord
kan geven.
Wethouder van Klooster deelt mede dat B. en V/. zooveel
productief werk willen laten verrichten. Straks kunnen weer
werkkrachten geplaatst worden bij de vernieuwing der Banning-
straat, en aan het rijwielpad langs de Soesterbergschestraat
kan reeds dadelijk worden begonnen. Voorts zijn dezer dagen
weer verschillende werkjes ten aanzien van wegenverbetering
aanbesteed, zoodat er nog werk is te vinden. Het gemeentebe
stuur werkt zooveel mogelijk in de goede richting door te trach
ten op alle manieren werk te zoeken.
De Voorzitter zegt dat hij gaarne zou zien dat men zich
bij de rondvraag bepaalde tot het stellen van een enkele vraag
of tot het maken eener korte opmerking, waarop dan zoomogelijk
een antwoord gegeven zal worden. Het gaat niet aan om bij de
rondvraag te gaan discussieeren, zoodat Spreker den leden drin
gend verzoekt hiermede in den vervolge rekening te houden.
De heer van den Berg zegt dat hij nog een mededeeling heeft
voor de geheime vergadering.
De heer de fties zegt dat hij zich met verschillende dingen,
welke vermeld zijn in het rapport omtrent de toestanden bij de
Rijkswerkverschaffing, kan vereenigen, en dat hij de organisaties
heeft medegedeeld dat de betrokkenen daarin verbetering dienen
aan te brengen.Doch de geneeskundige verzorging bij de Rijks
werkverschaffing Taat nog veel te wenschen over. Spreker zegt dat
een zekere Hoogevorst zich dezer dagen ziek meldde. De dokter
kwam en stuurde hem naar huis. De dokter constateerde blindedarm
ontsteking. en de man moest geopereerd worden, doch hij is vóór
zijn operatie overleden. Spreker vindt dat het niet aangaat om
een man in een dergelijke omstandigheid zonder geleide naar huis
te sturen. De andere menschen daar maken zich ongerust, aangezien
men vertrouwen moet kunnen stellen in een dokter. Spreker dringt
erop aan dat B. en W. zich in verbinding stellen met de autoriteiten
opdat op dit voorval de aandacht gevestigd wordt. Voorts moet
Spreker zijn misnoegen uitspreken over het feit dat tijdens de
vacantie van de bouwvakarbeiders schilderwerk aan het gemeente
huis wordt verricht door iemand via Maatschappelijk Hulpbetoon.
Alle schilders voelen zich daardoor gekort in hunne rechten.
Wethouder van Klooster zegt dat het hier gewoon onderhouds
werk betreft. Door Maatschappelijk Hulpbetoon worden werklooze
schilders gesteund, en daarvan heeft de gemeente gebruik gemaakt.
De heer de fties zegt dat het schilderwerk van den gashou
der op dezelfde wijze plaats heeft, doch het hoofd van het gas
bedrijf heeft Spreker toegezegd dat daarin verandering aange
bracht zal worden. Spreker zegt voorts dat aan een klacht van den
heer