11 October 1934210.
daalschool tot uitbreiding ler rijwielbewaarplaats.
Ha een opmerking van een heer Mulder wordt het besluit sub
a. zonder hoofdelijke stemming vastgesteld.
Ten aanzien van het besluit sub _b deelt de Voorzitter mede
dat eerst hedenmorgen een schrijven van het bestuur der Engen-
daalschool is ingekomen, waarin het bestuur zich alsnog bereid
verklaart tot storting eener waarborgsom voor uitbreiding der
rijwielbewaarplaats. Deze verklaring is te laat ingediend. Vol
gens de geldende jurisprudentie moet een dergelijke verklaring
bij de aanvrage worden ingediend, zoodat de aanvrage formeel
moet worden afgewezm. Gisteren is nog door het schoolbestuur
een lijst ingediend betreffende het aantal schoolgaande kinderen,
doch er is voldoende ruimte tot stalling van rijwielen voor de
leerlingen en leerkrachten, die 2 K.M. of meer van de school ver
wijderd wonen.
De heer de Nies wijst erop dat, nu men den winter tegemoet
gaat, er weer veel kinderen zijn, die vanwege de tijdsomstandig
heden minder goed gekleed zijn, zoodat het van groot belang is,
dat de kinderen binnen korten tijd den afstand tot de school
kunnen afleggen door gebruikmaking van een fiets. Het is dan ook
wenschelijk niet al te streng vast te houden aan den afstand van
2 K.M. Spreker meent dat de kosten van de rijwielrekken wel hoog
zijn? daar deze neerkomen op 6,90 voor de standplaats van elk
rijwiel. Haar Sprekers oordeel kunnen wel betonsleuven worden
gemaakt, waarvan de kosten voor 2 rijwielen 3> bedragen, dus
voor 20 rijwielen p0,=. Wanneer nu een wand verzet wordt, blijf*
men beneden de 100,= voor de geheele rijwielbewaarplaats.
De Voorzitter meent dat men niet verder over deze zaak be
hoeft te spreken. Het verzoek kan toch niet ingewilligd worden,
daar de bereidverklaring tot storting eener waarborgsom niet te
gelijk met de aanvrage is ingediend. Wanneer men het verzoek zou
inwilligen, zou in strijd gehandeld worden met de Wet. Voorts
zegt Spreker, dat steeds het standpunt is ingenomen dat voor
leerlingen, die minder dan 2 K.M.van de school verwijderd wonen
van gemeentewege geen gelden beschikbaar dienen te worden gesteld
voor het geven van gelegenheid tot rijwielstalling. Men dient dan
ook van dit standpunt voor deze school niet af te wijken.
De heer Gasille zegt zich niet te kunnen herinneren dat de
Baad die 2 K.M.heeft vastgesteld. Spreker, die dezen maatregel
wel goed vindt, zou gaarne vernemen wanneer de Baad dit besluit
heeft genomen.
De Voorzitter zegt dat de Raad geen bepaald besluit heeft
genomen, doch het betreft hier een zienswijze van B. en W. waar
mede de Raad accoord is gegaan bij de beoordeeling van vorige
aanvragen, o.a. van de R.K.Jongensschool en de R.K.U.L.0.school.
Zonder hoofdelijke stemming wordt hierna het voorstel van
B. en W. om de aanvrage te weigeren, aangenomen.
250.ONDERWIJS (1e afd.no. 3718).
Vaststelling van een verordening, regelende de normen, in
acht te nemen bij toekenning van vergoeding ingevolge art.13 der
Lager Onderwijswet 1920.
Deze algemeene regeling, waarbij met de financieele draag
kracht der ouders en de grootte van het gezin is rekening ge
houden, wordt ter vaststelling aangeboden in verband met ingeko
men verzoeken om toekenning van een vergoeding, als bovenbedoelde-
De heer