21 December 1934 312-
zal hier echter nog eens zijn aandacht aan wijden.
De heer Gasille wijst erop dat in de voorlaatste raads
vergadering gesproken is over het huisonderwijs, dat aan een
kind van den heer Bartels te Soesterberg is gegeven. Spreker
veronderstelt dat de heer Grootewal verkeerd is ingelicht.
Het zoontje van den heer Bartels is op 7 Maart 1918 geboren
en na den leerplichtigen leeftijd werden nog gelden voor het
huisonderwijs in ontvangst genomen. Zulks komt Spreker toch
niet juist voor-
De heer Grootewal zegt dat het hier een zeer speciaal
geval was. Hier werd een vergoeding voor het huisonderwijs
gegeven, en dat onderwijs wordt nu nog steeds gegeven.De
aantijging in de voorlaatste raadsvergadering was onjuist,
daar niets onrechtmatigs is genoten.
De Voorzitter wijst erop dat de Raad destijds besloten
heeft tot toekenning eener vergoeding voor dit huisonderwijs,
ook na den leerplichtigen leeftijd. Ha onderzoek is B. en V.
echter gebleken dat er redenen waren om de uitkeering der
vergoeding te doen beëindigen.
De heer Gasille deelt vervolgens mede dat iemand in
deze gemeente, die gesteund dient te worden, aan den Burge
meester toestemming heeft gevraagd tot het houden van bios
coopvoorstellingen ook op den Zondag. De Burgemeester
heeft deze toestemming voor den Zondag geweigerd. Waar er in
deze gemeente ook wel particuliere vereenigen zijn,die op
den Zondag feest houden, geeft Spreker den Voorzitter in
overweging die vergunning wel te verleenen.
De Voorzitter zegt dat door hem geen vergunningen tot
het houden van openbare vermakelijkheden op den Zondag wor
den verleend, wanneer iemand onder de Bioscoopwet valt, door
dat hij een zaak heeft, dan is dat een ander geval, doch toe
stemmingen tot het houden van openbare vermakelijkheden wor
den om der gevolgen wille niet door hem toegestaan.
Be heer Endendijk wijst er nog op dat moderne menschen
schrikken voor moderne bioscopen.
De heer Hooder stelt ten slotte voor een telegram van
rouwbeklag te zenden aan de K.L.M., tevens bedoeld voor de
nagelaten betrekkingen van hen, die zijn omgekomen bij de
droevige ramp van de Uiver.
Zonder hoofdelijke stemming wordt aldus besloten.
De Voorzitter sluit hierna te plm.7 uur de vergadering,
waarna in geheime zitting worcit overgegaan voor de behande
ling van belastingreclames.
Vastgesteld door den Raad der gemeente Soest
in zijne openbare vergadering van 13 Maart 1935.