15 Maart 1955 67
rekening te houden met meergenoemde ontwerpen. Wanneer de Wet
dan tot stand komt, kan men de begrooting in overeenstemming
brengen met de uitvoeringsvoorsohriften dier wet, en middelen
tot dekking voor het daardoor ontstane tekort ad 97.000,=
aanwijzen. Spreker kan zich dus met het voorstel van den heer
Gasille vereenigen.
De heer van Duren is van oordeel dat nu toch wel duide
lijk is gebleken dat volgens de oorspronkelijke opzet een
sluitende begrooting was te verkrijgen zonder belastingverhoo-
ging, zoodat er geen sprake is van wanbeheer. Een en ander zal
zeker ter kennis van het publiek komen. Het tekort ad 97-000,=
is het gevolg van de nieuwe wetsontwerpen. Spreker wil thans
rekening houden met die ontwerpen, aangezien men zulks anders
toch zeer spoedig zal moeten doen.
De heer Mulder zegt het geheel eens te zijn met den heer
Grootewal. Het publiek weet nu dat de begrooting in eerste in
stantie sluitend gemaakt is zonder belastingverhooging, en
waarbij dan geen rekening werd gehouden met de wetsontwerpen.
Spreker is voorts van oordeel dat het percentage van 28.6 als
rijkssubsidie vaststaat sinds 28 Juli 1954, dus vóór dat de
nieuwe wetsontwerpen in de Tweede Kamer werden behandeld.Spre
ker zegt dat hierin bij de behandeling in de Kamer nog wijzi
ging gebracht is, hetgeen van invloed kan zijn op de begroo
ting, daar de subsidie verhoogd wordt voor de daarvoor in aan
merking komende gemeenten. Nu moeten middelen beraamd worden
voor dekking van het tekort van 97.000,= als gevolg van de
wetsontwerpen. Spreker wil de Personeele Belasting heffen naar
draagkracht en pleit om deze belasting van de 6e klasse naar
de 5e klasse te plaatsen, waardoor de ingezetenen dan 20.00Q=
minder behoeven op te brengen. Alsdan krijgt het Rijk een min
dere opbrengst doordat de ingezetenen minder behoeven te beta
len, en het geld blijft dan in de gemeente. Hiermede kunnen
dus de armlastigen worden ontlast.
De Voorzitter zegt dat deze verplaatsing voor 19^5 niet
meer mogelijk is. De gemeente Maartensdijk heeft de personeele
belasting overgebracht naar de 5© klasse, en wil 140 opcenten
op die belasting heffen, terwijl de opcenten op de gemeente
fondsbelasting aldaar verhoogd zijn tot 65. Van hoogerhand
zijn daartegen bezwaren gemaakt. De regeering acht verhooging
van opcenten op de gemeentefondsbelasting geoorloofd, wanneer
de opcenten op de personeele belasting tot redelijke hoogte
n.1.150 Tzijn opgevoerd. B. en W. willen nu de opcenten op de
gemeentefondsbelasting verhoogen bij een opcenten-heffing van
140 op de personeele belasting, hopende dat daartegen geen be
zwaren gemaakt zullen worden van hoogerhand. Wanneer men nu
de Personeele Belasting in de derde klasse zou rangschikken,
zou een en ander zeer zeker niet goedgekeurd worden.
De heer Mulder wijst er andermaal op dat bij rangschik
king der gemeente voorwat de personeele belasting betreft in
ae derde klasse een voordeel voor de ingezetenen is te berei
ken van 20.000,=. Deze rangschikking acht Spreker wel moge
lijk. Ook de gemeenten Baarn, Amersfoort en Zeist zijn in de
derde klasse geplaatst. De opcenten kunnen dan op 200 vastge-
worden, hetgeen voor de ingezetenen voordeeliger is dan
140 opcenten bij indeeling in de zesde klasse. De opcenten op
ue gemeentefondsbelasting kunnen dan eenigermate worden opge-