12 Maart 1925 75*
dd. 4 Januari 1925, no.2191/2667 ter vaststelling aan. Voorts
stellen zij voor het presentiegeld voor de leden-architect de
Commissie vast te stellen als volgt:
voor 1924 op 15,= per lid voor een zitting in de morgen- en
namiddaguren, en op 8,= per lid voor een zitting in de mor
gen- of namiddaguren, en
voor 1925 op 8,= per lid voor een zitting in de namiddag
uren.
Bij aanneming van dit voorstel zal aan presentiegelden
over 1924 vanaf Juli jluitgekeerd moeten worden een bedrag
van 525,= In de raadsvergadering van 20 April 1924 werd
reeds een bedrag van 700,= toegestaan voor adviezen met be
trekking tot de beoordeeling van bouwplannen, waarvan 264,=
aan den heer Bondon werd uitgekeerd voor door hem vóór Juli
jl.verstrekte adviezen, zoodat nog een aanvullend crediet be-
noodigd is van 89,= of rond 100,=, waartoe een ontwerp -
besluit tot begrootingswijziging ter vaststelling aangeboden
wordt
De heer Endendijk wil wel het gevraagde crediet toestaan
doch zou de vaststelling van de verordening willen uitstellen
tot de nieuwe Directeur van Openbare Werken er is. Men moet
deze zaak in overleg met dien Directeur regelen, daar deze
mogelijk ook deel kan nemen in de beoordeeling van bouwplan
nen. Op dit oogenblik acht Spreker het niet gewenscht dat de
Raad zich bindt.
De heer Stroband is het niet met den heer Endendijk eens
want Spreker vraagt zich af hoelang de benoeming van een Di
recteur op zich zal laten wachten.Spreker zegt voorts dat hij
in art.2 het woord"desgevraagd" wil schrappen, daar het ge
wenscht is dat de Commissie te allen tijde advies geeft. In
dien zin dient dit artikel dan ook gewijzigd te worden.
De heer Endendijk bepleit nog eens aanhouding der veror
dening, zulks in verband met het bepaalde in artikel 4.
De Voorzitter is van meening dat de Directeur buiten de
commissie moet staan. Deze kan dan in bijzondere gevallen een
afzonderlijk advies geven.
De heer Mulder wil den Directeur niet buiten de Commissi
hebben. Spreker, die hoopt dat men een Directeur zal krijgen,
die de baas is en waarop B. en W. kunnen vertrouwen, ié het
met den heer Endendijk eens om de vaststelling der verorde
ning aan te houden tot na de benoeming van den Directeur.
De Voorzitter adviseert de verordening thans vast te
stellen. Indien noodig, kan deze altijd gewijzigd worden.
Spreker wil in navolging van andere gemeenten een afzonder
lijke Commissie, zoodat de Directeur een afzonderlijk advies
aan B. en W. kan uitbrengen. B. en W. hebben dan twee des
kundige adviezen, hetgeen verhelderend kariwerken»
De heer Hornsveld is ook voor aanhouding der verorde
ning en vindt het gewenscht dat de Directeur zitting neemt
in de Commissie.
De heer Grootewal meent dat de commissie thans goed
werkt. Zooals art.4 voorschrijft, moeten daarin zitting heb
ben architecten, niet woonachtig in de gemeente Soest, ter
wijl de Directeur een adviseerende stem in die Commissie
dient te hebben. Spreker wil nu uitmaken of de Directeur al
dan niet zitting in 1° oommissie zal moeten nemen.