20 Mei 1955 118.
2ijn B. en W. niet eerder met deze zaak bij den Raad gekomen?
Met betrekking tot de credict-aanvrage sub a. zegt Spreker nog
dat het graven van een bassin hem onnooe:g voorkwam, doch waar
hem later medegedeeld is dat dit noodig v.as, zal hij nu met deze
crediet-aanvrage aceoord gaan. Be overschrijding, bedoeld in het
voorstel sub b. van circa 5500,=» vindt Spreker een beetje er
gerlijk. Aangezien B. en W. hiermede eerder bij den Raad hadden
moeten komen, zal hij tegen deze aanvrage stemmen.
De heer Nooder zegt dat hij togen de crediet-aanvrage sub b.
zal stemmen, aangezien de wijziging in de rioleering tot stand
is gekomen buiten het Stichtingsbestuur om en iedere oontrdle op
de werkzaamheden achterwege is gebleven. Men heeft den hulpop
zichter geheel de vrije hand gelaten.
De heer Mulder zegt dat hij tegen beide crediet-aanvragen
is. Spreker meent dat geen uitkeeringen wegens vorstverlet ad
1.050,54 behoefden te worden gedaan, daar het hier productief
werk betrof, waarbij geen doorbetaling plaats heeft. De diepte
ad 2è M.als waarvan sprake is in het voorstel van B. en W.,
noemt Spreker een groote leugen; het maaiveld is zelfs 20 c.M.
verhoogd. Spreker dringt er voorts op aan dat werkobjecten ge
zocht worden, want wanneer deze niet aangewezen worden, zal de
gemeente niet de subsidie van het Rijk verkrijgen, welke in de
begrooting uitgetrokken is. Laten B. en W. dus zorgen voor ob
jecten, mede om tegemoet te komen aan werk voor de arbeiders.
De crediet-aanvrage sub b.vindt Spreker absurd. Bij deze over
schrijding met 240 werd noch de Raad, noch de Commissie Open
bare Werken tijdig ingelicht, terwijl B. en W. op 28 September
1954 het tekort reeds wisten. Het is dan ook een groote fout van
B. en W.dat zij nu eerst met hun voorstel komen.
Wethouder van Klooster geeft den heer Gasille gelijk voor
wat betreft diens opmerking omtrent de late indiening dezer cre
diet-aanvrage. Zulks is echter niet aan B. en W. te wijten. Toen
aan het bad wanorde was, heeft Spreker direct een begrooting van
kosten gevraagd, en is deze zaak in den Raad behandeld. Spreker
heeft het werk laten uitvoeren, voorzoover er crediet was, doch
er kwamen telkens nieuwe dingen ter uitvoering bij. Spreker be
greep zeer goed dat door den Raad een begrootingswijziging vast
gesteld moest worden en hij heeft ten behoeve daarvan dikwijls
opgave van de gemaakte kosten gevraagd, welke opgave hij maar
steeds niet kon krijgen. Naar aanleiding van de opmerkingen van
den heer Mulder zegt Spreker, dat maatregelen getroffen moesten
worden, daar er gevaar was voor kapot-vriezen. De oppervlakte en
diepte van het bassin is voldoende. De onder-Directeur van de
Waterleiding heeft ook nog gezegd dat men niet door de oerbank
moest heen graven, zulks met het oog op verontreiniging van de
waterbron. De zaak is in orde gekomen; de overschrijding van het
crediet is ontstaan door de omstandigheid dat geregeld werk moest
worden verricht.
De heer Mulder herhaalt nog eens dat op 28 September 1954
alle gegevens ter beschikking van B. en V/. waren.
De Voorzitter zegt dat zulks niet mogelijk is, daar een
maand geleden de laatste rekeningen zijn binnengekomen.
De heer Mulder weet pertinent dat B. en W. op 28 September
1954 in het bezit van de noodige gegevens waren.
De heer Endendijk wil bij de vele bezwaren dit crediet maar
toestaan. Het werk is uitgevoerd en betaald, zoodat tegenstemmen
niet baat. Spieker hoopt dat dit de laatste strop zal zijn.
Wethouder van Klooster zegt nog dat wanneer de oerbank door
gebroken