20 Mei 19}5 120.
Voorstel tot het instellen van beroep tegen het besluit van
Gedeputeerde Staten tot onthouding van goedkeuring aan de gemeen
te- en grondbedrijfsbegrooting 1935*
hij schrijven dd. 26 April 19a5> no.,5600 stellen B. en W.
andermaal voor aan het bezwaar van Gedeputeerde Staten dat geen
regeling is getroffen tot overbrenging van de terreinen van het
grondbedrijf, welke als natuurschoon in stand zullen blijven,
naar den algemeenen dienst, te voldoen en op hoofdstuk VI van den
gewonen dienst der gerneentebegrooting een bedrag van 4.000,=
te ramen wegens rente en aflossing van schuld, rustende op naar
den algemeenen dienst der gemeente over te boeken gronden van het
grondbedrijf, welke niet tot bouwterrein zijn bestemd. Ter dekking
van dit bedrag stellen B. en W. voor te besluiten tot een ver
hooging van 4 opcenten tot 59 opcenten op de hoofdsom der gemeen
tefondsbelasting. Met betrekking tot het tweede bezwaar van Gede
puteerde Staten, dat als batig slot van den gewonen dienst in de
begrooting bedragen van 55»994,96 en 5«467,01 of tezamen
41.461,97 zijn opgenomen, stellen B. en W. voor het door den
Raad ingenomen standpunt te handhaven en gebruik te maken van het
den Raad in de gemeentewet verleende recht om tegen het besluit
van Gedeputeerde Staten in beroep te gaan bij de Koningin. B. en
W. vragen machtiging te dien einde een beroepschrift van den in
houd als in het bij de raadsstukken ter inzage nedergelegde ont
werp is vervat, in te dienen bij de Koningin, en zoo noodig nade
re memoriën en bewijsstukken bij den Raad van State in te dienen
en de mondelinge verdediging voor den Raad van State zoo noodig
op te dragen aan een door hun College aan te wijzen gemachtigde.
Be Voorzitter deelt mede dat de Einancieele Commissie advi
seert ook omtrent het eerste punt in beroep te gaan. Een ontwerp
beroepschrift is bereids opgesteld en dit zou door een paar raads
leden bekeken kunnen worden. Volgens dit beroepschrift zal er op
gewezen worden dat Gedeputeerde Staten nimmer eenig bezwaar heb
ben gemaakt tegen den inbreng van de niet tot bouwterrein be
stemde gronden in het grondbedrijf en dat dit College blijkbaar
later van opvatting is veranderd en thans zijdelings door ont
houding van goedkeuring aan de gemeente- en bedrijfsbegrooting
de gemeente wil dwingen aan zijn zienswijze te voldoen.
De heer Endendijk acht het gewenscht dat de Raad zich uit
spreekt dat Gedeputeerde Staten het recht missen om het gemeente
bestuur te dwingen deze terreinen naar den algemeenen dienst
over te brengen. Spreker meent dat de gemeente zeer sterk staat.
De heer Mulder wijst er op dat de Raad nog geen bestemming
aan de gronden heeft gegeven. Spreker zou deze gronden dan ook
onmiddellijk uit het ontwerp-uitbreidingsplan willen halen.
De Voorzitter leest hierna het ontwerp-beroepschrift voor,
waarmede de Raad zich zonder hoofdelijke stemming vereenigt,
zoodat in beroep wordt gegaan tegen de beide besluiten van Gede
puteerde Staten.
67. EIGENDOMMEN. HUURTOESLAG. (4e afdhos. 15>8 en 5765)-
a. Voorstel van B. en W. tot het op grond van billijkheid toe
kennen van een compensatie aan den agent van politie G.van
Hummel voor onvoorwaardelijken afstand zijnerzijds van een
bouwpremie bij den verkoop van een door hem gebouwde politie-
woning en het niet kunnen nakomen van blijkbaar bestaande be
loften terzake van het huren en bewonen dier woning door van
Hummel voornoemd.
b. Behandeling van een verzoek van een negental agenten van po
litie om toekenning van een huurtoeslag.
Burgemeester