28 Juni 1955 152. ordening. De heer Gasille is eveneens tegen inwilliging van het ver zoek. De Voorzitter zegt dat door den Raad toch altijd onthef fing van het desbetreffende artikel der Bouwverordening kan wor den verleend. De verordening laat dit toe. De heer Mulder zegt dat het hier geen "bijzonder geval" is, waarover de Bouwverordening spreekt. Wanneer men dergelijke ver zoeken wil toestaan, dient de Bouwverordening gewijzigd te wor den. De heer de Bruijn acht een pand van 5 woningen onder één kap ter plaatse aan het Kerkpad niet gewenscht, zulks uit een oogpunt van welstand. Bovendien is de heer Spruijt niet genegen grond af te staan voor verbreeding van het Kerkpad. De Voorzitter merkt op dat de heer Spruijt voorloopig geen grond wil afstaan. Mocht later het Kerkpad worden verbreed, dan is hij wel bereid grond af te staan, indien eigenaren van aan grenzende perceelen daarvoor dan ook hunne medewerking willen verleenen. De heer de Bruijn adviseert afwijzing van het verzoek. Met 12 tegen 5 stemmen wordt hierna besloten het verzoek van den heer Spruijt niet in te willigen. Vóór inwilliging stem den de heeren Stroband, van Klooster en lodeesen. De heer Horns- veld zei tegen te stemmen omdat de heer Spruijt geen grond wil afstaan. BOUWBOLITIE (le Afd. no.1/1077 en 2/516). Adressen van de H.V. "De Tijdgeest" te Soest en A.J.Roest te Soest, waarbij in beroep wordt gekomen tegen besluiten van B. en W. inzake aanhouding van de beslissing op bouwaanvragen. Op grond van het medegedeelde in de brieven van B. en W. dd. 17 Juni 1955, no.1/1077 en 21 Jun~' 1955, no.2/516, stellen B. en V/. voor de desbetreffende verzoeken om bouwvergunning niet in te willigen, aangezien de Wet zich daartegen verzet en derhalve de beslissingen van hun College dd. 10 en 5 Mei j.1. te bevestigen. De heer Gasille zegt te vermeenen wel eens een teekening gezien te hebben, volgens welke het hierbedoelde gedeelte der gemeente buiten het ontwerp-uitbreidingsplan zou vallen. Spre ker weet niet precies wat voor een teekening dat is geweest, doch hij kan zich hieromtrent nog wel wat herinneren. Toen de Raad op 50 April 1954 had besloten te bepalen, dat een uitbrei dingsplan in voorbereiding was, heeft Spreker na afloop der ver gadering dadelijk aan den Secretaris gevraagd zorg te dragen dat besluit spoedig af te kondigen en een kaartje te doen ver vaardigen. Er zou een klein kaartje gemaakt worden, hetwelk Spreker echter nooit heeft gezien. Ook de groote kaart, waar naar in het besluit wordt verwezen, heeft Spreker nooit gezien, zoodat hij niet weet of die teekening altijd wel zoo geweest is. Er zouden kleine fotografische kaartjes gemaakt worden. Zijn die niet aanwezig, vraagt Spreker: Spreker zou alsnog gaarne daarvan inzage willen hebben om de begrenzing welke voor het uitbreidingsplan is aangegeven, precies te kunnen nagaan. In ver band daarmede verzoekt hij nog even terugneming van het voorstel van B. en W. Voorts zegt Spreker zich niet te kunnen vereenigen met de motiveering in het voorstel van B. en W. voorzoover be treft de door den Raad te nemen beslissing. De Raad kan immers het beroep toestaan, waardoor de bouwvergunning automatisch is verleend, Spreker acht het zeer gewenscht deze zaak nauwkeurig te

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 304