24 Juli 1925 167. alsdan met de Commissie dit nader onderzoek zullen instellen. Aldus wordt besloten. 114. NATUURBAD. (4e afd. no.5855). Alsnu komt in behandeling het rapport inzake crediet-over- schrijding Natuurbad. De heer Grootewal drukt er zijn spijt over uit dat de rap porten niet eerder zijn behandeld en bekend gemaakt. De rust was dan in de gemeente sneller naar voren gekomen. Spreker zegt dat het onderzoek niet gemakkelijk is geweest daar de Commissie niet over voldoende gegevens kon beschikken. De Commissie heeft het advies ingewonnen van twee deskundigen, die rapport hebben uitgebracht. Hierna heeft de Commissie een uitvoerig onderzoek ingesteld, met het gevolg dat men tot de ontdekking kwam, dat het crediet met een buitengewoon hoog bedrag was overschreden. De Commissie heeft haar bevindingen in een rapport medegedeeld, waarin tevens is opgenomen een overzicht van de werkelijke uit gaven en van de kosten, welke door de deskundigen worden be groot bij uitvoering door een particulieren aannemer. Uit dezen staat blijkt dat de kosten veel en veel hooger zijn geweest dan de begrooting van deskundigen. De dienst Openbare Werken werd in de gelegenheid gesteld zich te verdedigen, doch de eerste verdediging raakte kant noch wal, waaruit bleek dat men geen begrip had van de gegevens der Commissie. Daarna werden nadere gegevens gevraagd en verkregen, welke wederom nauwkeurig door de Commissie zijn bekeken. B» en W» hadden al eenigen tijd het rapport der Commissie in handen. Men had zeer zeker gedacht dat B. en W. een uitspraak zouden doen omtrent het rapport. Naar aanleiding van dit rapport moest door B« en W. een conclusie genomen zijn en gepubliceerd worden. De eindconclusie moet ge meengoed zijn. Deze zaak had reeds eerder afgedaan kunnen zijn. Spreker verwacht alsnog een eindconclusie van B. en W. De heer Gasille wil in aansluiting aan het gezegde van den heer Grootewal voor een goed begrip het verloop van zaken even releveeren. Spreker deelt dan mede dat in 1922 in deze gemeente twee Commissies van particulieren bestonden, beoogende de op richting eener zweminrichting, n.1» één Commissie te Soestdijk en één Commissie in Soest-Zuid. Die twee Commissies konden niet tot overeenstemming komen, met het gevolg dat toen een raads commissie werd benoemd om deze zaak onder oogen te zien, daar het een gemeentebelang was dat een zweminrichtingtot stand kwam. De heer Endendijk was voorzitter dezer Commissie. Op een gegeven oogenblik kwam de heer Nooder met het idéé naar voren om een natuurbad te stichten in de omgeving van Soestduinen, welk idee door alle raadsleden werd toegejuicht. In Augustus 1922 is de waterpassing geschied, en eenigen tijd later is de ze zaak bekeken in den Raad in verband met de wenschelijkheid om dit object te doen uitvoeren in werkverschaffing. De zaak werd door den Raad gretig aangepakt, en het plan werd toege juicht. De Raad heeft in zijne vergadering van 10 hov.1922 voor het natuurbad een crediet toegestaan van 50.000,=, terwijl voor den grond een bedrag werd toegestaan van 19*674,=. Deze credieten werden later nog verhoogd met 2.800,= voor inven taris, ƒ.1.000,= voor handdoeken, badgoed enz. en ƒ.2*100,= voor meubilair. Alzoo in totaal ƒ.56.900,= met uitzondering van den prijs van den grond. De kosten van het bad zijn zeer tegengeval len, hetgeen straks zal blijken. De uitvoering in werkverschaf fing ving aan op 8 Dec.1922- Tusschen de beslissing van den Raad

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 334