24 Juli 1925 181. dermaal een verlaging voorgesteld van 200,=, waarbij dan nog komt de pensioenaftrek van 10 fe, zoodat deze ambtenaar in zeer korten tijd /.600,= zou moeten missen. Spreker zegt het niet eens t te zijn met den heer Gasille. De Voorzitter zegt andermaal dat aan het geven van een vas te aanstelling niet te ontkomen is. De heer de Dies zegt dat het hem spijt dat het persoonlijk element naar voren wordt gebracht. Tegenover het oordeel van den heer Gasille kan Spreker den Raad overtuigen dat van Heijst een goed ambtenaar is. Van Heijst werd destijds in tijdelijken dienst aangesteld als technisch ambtenaar 1e klasse op een mi nimum wedde van ƒ.2400,Hem werd de belofte gedaan, dat een vaste aanstelling zou volgen. De heer de Boer werd eveneens in tijdelijken dienst benoemd tot opzichter 1e klasse, en om onver klaarbare redenen werd de Boer in vasten dienst aangenomen als opzichter 2e klasse, terwijl men nu van Heijst wil benoemen tot opzichter klasse. Spreker betoogt voorts, dat men de capacitei ten van van Heijst niet in twijfel moet trekken. Van Heijst werd bij de behandeling der begrooting niet in vasten dienst benoemd, hetgeen Spreker spijt. 1 Februari j«l., toen van Heijst salaris ontving, kreeg hij 200,= minder. Men heeft blijkbaar iets te gen dien ambtenaar, daar hem ook kindertoeslag is onthouden voor een kind uit zijn eerste huwelijk, waarvoor hij zorgt. Klachten over van Heijst werden nimmer vernomen en Spreker heeft verschil lende uitspraken bij zich omtrent zijne bekwaamheden, o.a. van den Burgemeester van Helmond. De Voorzitter verzoekt persoonlijke aangelegenheden van van Heijst buiten bespreking te laten. De heer de Nies vindt het niet juist dat van Heijst ge plaatst wordt in een minimum-salarisschaal met toekenning van eenige verhooging. Spreker acht het gewenscht dat hieraan eens voldoende aandacht wordt gewijd, daar de Directeur van Gemeen tewerken om zijn eigen positie moet denken. Spreker betreurt het dat het oorspronkelijk voorstel van B. en zoo maar ter zijde gesteld wordt, daa± van Heijst een alleszins kundig ambte naar is. Wethouder van Klooster deelt mede dat van Heijst bij zijn aanstelling opdracht kreeg den buitendienst te verrichten. In den beginne heeft hij op bevel van hoogerhand verkeerd gehan deld, doch thans doet hij zijn werk tot aller tevredenheid. De heer Gasille wil nog even in herinnering brengen dat van Heijst destijds door den heer Meurs werd voorgedragen voor ontslag. Er wordt bij Openbare Werken gereorganiseerd, zoodat het beter is te wachten tot de Directeur met zijn reorganisatie- rapport komt. Een andere kwestie is dat B. en en de Raad ten aanzien van de functie van van Heijst minder nauwkeurig zijn opgetreden. De Voorzitter zegt dat van Heijst recht heeft op een vaste aanstelling. B. en W. zijn indertijd de dupe geworden van de adviezen van den technischen dienst. De heer Grootewal is van meening, dat de Raad zich dient te houden aan het advies van den Directeur. Bpreker meent dat in dit geval niet gesproken moet worden over den persoon, doch over de kwestie '.♦aanstellen"en dan moet men vertrouwen stellen in den Directeur, ook ten opzichte van diens voorstel omtrent de salarieering. De heer Mulder is tegen het voorstel van B. en W., aange zien

Historische kranten - Archief Eemland

Notulen Raad Soest | 1935 | | pagina 362